nummer: 09/2907/GA e.a.
betreft: [klager]en 21 medegedetineerden datum: 20 januari 2010
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften, ingediend door mr. A.H.T. de Haas, namens
[...]en 21 medegedetineerden (welke staan vermeld op de aan deze uitspraak gehechte lijst), verder te noemen klagers,
gericht tegen uitspraken van 13 oktober 2009 van de alleensprekende beklagrechter, gericht tegen een uitspraak van 20 oktober 2009 van de beklagcommissie en gericht tegen een uitspraak van 26 oktober 2009 van de alleensprekende beklagrechter bij de
gevangenis/ISD Zutphen,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 12 november 2009, gehouden in de locatie De Marwei te Leeuwarden hebben de raadsman mr. A.H.T. de Haas en [...], toegevoegd directielid van de gevangenis/ISD Zutphen, hun standpunten mondeling toegelicht. De
beroepscommissie heeft de directeur van de gevangenis/ISD Zuthpen, de klagers, alsmede hun raadsman, in de gelegenheid gesteld om schriftelijk te reageren op de beroepen c.q. de beroepen schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraken
Het beklag betreft de wijziging van een 32-urige werkweek naar een 20-urige werkweek.
De beklagrechter en de beklagcommissie hebben de klachten ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraken weergegeven.
2. De standpunten van klagers en de directeur
Namens klagers is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
In totaal raakt de wijziging 28 langgestrafte gedetineerden. Zij willen hun rechtspositie op arbeid behouden. Zij mogen niet meer zoveel werken, terwijl dat wel belangrijk is voor hun resocialisatie. In de literatuur, op websites, in diverse
krantenartikelen en in artikel 2, tweede lid, van de Pbw staat het belang van regelmaat en structuur vermeld. Het UWV, de Raad en de ISt erkennen het belang van arbeid voor gedetineerden. De beklagcommissie heeft het belang van de arbeid onderkend. Bij
de zitting werd meegedeeld dat gezien de aard van het beklag het enige tijd zou duren voordat er een uitspraak zou volgen. Echter, na de zitting is direct een beslissing genomen, terwijl de raadsman middels een faxbericht de gronden van de
klaagschriften nader had onderbouwd. De inhoud van dat bericht is niet betrokken bij de uitspraken. Bovendien zijn de uitspraken gebrekkig gemotiveerd. Bij iedere beslissing c.q. regeling moet rekeninggehouden worden met het resocialisatiebeginsel.
Verder wordt inhoudelijk verwezen naar alle dossierstukken en wordt gevraagd om een tegemoetkoming. Primair moet het dagprogramma teruggedraaid worden. Subsidiair moet het dagprogramma in fases afgebouwd worden. Er zijn gedetineerden die zelfs gratis
willen werken. De nieuwe regeling hieromtrent staat trouwens niet vermeld in huisregels.
De directeur heeft zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De 32-urige werkweek was een tijdelijk project voor de duur van één jaar dat werd uitgevoerd in meerdere inrichtingen. In de gevangenis/ISD Zutphen was na dat jaar sprake van een uitzondering. Sommige gedetineerden konden langer werken en kregen
daardoor ook meer loon. Vanwege het beleid, het gelijkheidsbeginsel en een meer evenwichtig dagprogramma is de duur van de werkweek voor hen verkort. De directeur heeft de verkorting van de arbeid naar 20 uur per week vooraf uitgebreid besproken met de
betreffende gedetineerden en met de Gedeco. Bovendien is sprake van eenvoudige arbeid. Tijdens de arbeid worden geen andere activiteiten georganiseerd die ook belangrijk zijn in het kader van resocialisatie, zoals sport, onderwijs en contact met het
thuisfront. Op de betreffende afdeling verblijven 56 langgestraften, waarvan 24 gedetineerden 32 uur arbeid verrichtten. Nu geldt voor iedere gedetineerde een werkweek van 20 uur. In de tweede helft van 2010 begint het avondprogramma van vier uur per
week. Er is sprake van landelijke uniformering van het dagprogramma mede in verband met het te verwachten efficiency voordeel daarvan. Er wordt gestreden voor een uitzonderingspositie. De directie is momenteel bezig om de huisregels aan te passen.
3. De beoordeling
In artikel 2, tweede lid, van de Pbw is het zogenoemde resocialisatiebeginsel opgenomen. Met de handhaving van het karakter van een vrijheidsstraf dient de tenuitvoerlegging daarvan zoveel mogelijk dienstbaar te worden gemaakt aan de voorbereiding van
de terugkeer van de betrokkene in de maatschappij. Hiervoor worden activiteiten georganiseerd die zijn opgenomen in een dagprogramma. Een onderdeel van het dagprogramma is deelname aan de beschikbare arbeid. Gedetineerden die (al dan niet
onherroepelijk) tot een vrijheidsstraf zijn veroordeeld, zijn verplicht deel te nemen aan de arbeid, zo volgt uit artikel 47, derde lid, van de Pbw. Het belang van arbeid als bindend en vormend element van de detentie is onderstreept in de beleidsnota
Werkzame Detentie. In de Memorie van toelichting bij artikel 47 van de Pbw staat onder andere vermeld dat uit een oogpunt van rechtsgelijkheid het wenselijk is om de hoogte en de wijze van samenstelling van het arbeidsloon centraal vast te stellen.
In dit geval is het aantal uren beschikbare arbeid voor alle gedetineerden gelijkgesteld. Naar het oordeel van de beroepscommissie heeft de directeur genoegzaam gemotiveerd waarom het aantal uren beschikbare arbeid is geüniformeerd, wat voor klagers
concreet een verkorting van de werkweek betekent. Klagers ontvingen een hoger arbeidsloon omdat de beschikbare arbeidsuren voor hen hoger waren dan voor de andere gedetineerden. Hierdoor was sprake van ongelijkheid jegens andere gedetineerden, welke
niet kon worden gerechtvaardigd. Daarbij staat het aantal uren arbeid niet expliciet vermeld in de huisregels (versie 1.7, maart 2009). In het algemeen is per week twintig uur voor arbeid beschikbaar binnen de grenzen van het huidige penitentiaire
regime.
De beroepscommissie constateert dat in het landelijke penitentiaire regime gekozen is voor een aanbod van arbeid voor twintig uren per week. Hoewel de wens van gedetineerden om meer te werken en te verdienen legitiem is, kan niet worden geoordeeld dat
dit aanbod dusdanig beperkt is dat het in strijd komt met het zogenaamde resocialisatiebeginsel noch met andere uitgangspunten die aan de Pbw ten grondslag liggen. Het terugdraaien van de arbeidssituatie in de gevangenis/ISD Zutphen past verder in het,
in de optiek van de wetgever gerechtvaardigde, streven naar een zoveel mogelijk uniforme uitvoering van de arbeidsvoorwaarden. De beroepscommissie zal de beroepen ongegrond verklaren.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart de beroepen ongegrond en bevestigt de uitspraken van de beklagrechter.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.G. Coumans en L. Diepenhorst MPA, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 20 januari 2010.
secretaris voorzitter