Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/0027/GB, 10 maart 2010, beroep
Uitspraakdatum:10-03-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 10/27/GB

Betreft: [klager] datum: 10 maart 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.M.J. van Zantvoort, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 4 januari 2010 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris van Justitie heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het detentiecentrum Noord-Holland, locatie Zaandam afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 31 augustus 2009 gedetineerd. Hij verblijft op de detentieboot Zuid-Holland, locatie Dordrecht.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De reden voor het verzoek om overplaatsing is gelegen in het feit dat klagers dochter (die onder toezicht staat van het NIDOS) haar vader dan kan komen bezoeken. De afstand naar Dordrecht is niet haalbaar en vader en dochter hebben elkaar daardoor al
enkele maanden niet gezien. Namens klager wordt verzocht rekening te houden met de belangen van [...], waarbij een beroep wordt gedaan op artikel 3 van het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind (IVRK) en het recht op familieleven zoals
vastgelegd in artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
In de brief van 4 januari 2010 wordt gesteld dat overplaatsing alleen wordt gehonoreerd indien er sprake is van bijzondere omstandigheden. Daar is in dezen sprake van. [...] is afhankelijk van het NIDOS om haar vader te kunnen zien. Bovendien is zij
pas
vijf jaar oud en gaat zij naar school. Het is niet mogelijk klager te bezoeken in Dordrecht. Dit is wel mogelijk wanneer hij naar Zaandam wordt overgeplaatst.

3.2. Namens de Staatssecretaris van Justitie is de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Een overplaatsing ten behoeve van het ontvangen van bezoek valt niet onder een reden van overplaatsing. Hierbij wordt verwezen naar een uitspraak van de beroepscommissie van 23 juni 2003 (03/0699/GB): “Bezoekproblemen zijn inherent aan het ondergaan
van
detentie en vormen, behoudens bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium.”
Klager verblijft sinds 2 september 2009 op de detentieboot Dordrecht. Volgens een uitspraak van het Hof van 26 april 2007 is het niet mogelijk vreemdelingen langer dan zes maanden daar te laten verblijven. Dit betekent dat klager uiterlijk 2 maart 2010
zal worden overgeplaatst naar een ander detentiecentrum.
De selectiefunctionaris is bereid om in de toekomst rekening te houden met klager door bij het verstrijken van de termijn klager over te plaatsen naar het detentiecentrum Zaandam.

4. De beoordeling
Namens klager wordt als niet weersproken aangegeven dat klager zijn dochter al enkele maanden niet heeft gezien. Deze vijfjarige dochter is onder toezicht van het NIDOS en verblijft in Schagen. De beroepscommissie is van oordeel dat hier sprake is van
een omstandigheid welke bij de selectiebeslissing in de beschouwingen betrokken had dienen te worden. Nu dat niet is gebeurd, dient de bestreden beslissing te worden vernietigd.
De staatssecretaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de staatssecretaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. Kersten, secretaris, op 10 maart 2010

secretaris voorzitter

Naar boven