Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/0398/GB, 22 maart 2010, beroep
Uitspraakdatum:22-03-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 10/398/GB

Betreft: [klager] datum: 22 maart 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 3 februari 2010 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) Vught afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 10 januari 2010 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. Breda.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager wil graag overgeplaatst worden naar het h.v.b. Vught. Klager heeft door zijn verblijf in Breda al genoeg problemen. Zo heeft hij in Breda nauwelijks contact met zijn kinderen. Daarnaast heeft klagers moeder gezondheidsproblemen en zij kan hem om
die reden niet in Breda komen bezoeken. Klager heeft alleen nog maar zijn moeder. Zijn vader is in Spanje overleden. Klager komt niet tot rust in Breda. Hij heeft last van ADHD en dat verergert in Breda alleen maar. Verder verblijven in het h.v.b.
Breda
veel zedendelinquenten. Klager heeft daar een probleem mee omdat zijn dochter toen zij dertien was, is benaderd door een pedofiel. Klager heeft daar toen veel last van ondervonden en een en ander komt nu weer naar boven.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Het verzoek van klager om te worden overgeplaatst naar het h.v.b. Vught is afgewezen omdat klager gedetineerd is in een inrichting in de buurt van het parket van vervolging. Dat is een uitgangspunt bij de plaatsing van gedetineerden. Van dat
uitgangspunt kan worden afgeweken indien daarvoor noodzaak bestaat. Die noodzaak moet dan wel, bij voorbeeld door een medische verklaring, worden onderbouwd. Van klager is geen onderbouwing ontvangen. De afstand Eindhoven – Breda is niet zodanig
verschillend van de afstand Eindhoven – Vught, dat dit voor het bezoek van klager onoverkomelijk zou moeten zijn. De selectiefunctionaris ziet onvoldoende redenen voor een overplaatsing van klager naar het h.v.b. Vught.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. De selectiefunctionaris heeft het verzoek om overplaatsing uitsluitend afgewezen omdat klager is gedetineerd in een inrichting in de omgeving van het parket van vervolging. Voor preventief gehechten voor het parket Den Bosch zijn in beginsel
het
h.v.b. Vught of Grave de aangewezen inrichting. De door de selectiefunctionaris aangevoerde grond voor afwijzing van het verzoek om overplaatsing moet daarom als onvoldoende worden aangemerkt. Derhalve dient de bestreden beslissing te worden
vernietigd.
De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 22 maart 2010.

secretaris voorzitter

Naar boven