Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/0309/GV, 10 maart 2010, beroep
Uitspraakdatum:10-03-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/309/GV

betreft: [klager] datum: 10 maart 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 27 januari 2010 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager staat niet geregistreerd als actieve veelpleger en behoort ook niet tot die categorie. Klager heeft zich tijdens eerdere verloven altijd aan de regels gehouden en is altijd teruggekeerd na verlof. Klagers urinecontroles zijn negatief en zijn
gedrag ten opzichte van het personeel en medegedetineerden is netjes. Vanaf mei 2009 doet klager mee aan het programma Terugdringen recidive (TR). In het kader van TR is klager nog geen enkele training aangeboden. Het enige dat hem aangeboden is, is te
gaan werken op een zorgboerderij. Klagers verzoek om algemeen verlof is al drie keer afgewezen om dezelfde redenen namelijk, dat klager geregistreerd staat als veelpleger en de aanwezige kans op recidive. Klagers verlof is noodzakelijk omdat zijn
moeder
hem vanwege medische redenen niet kan bezoeken.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Het OM heeft negatief geadviseerd ten aanzien van verlofverlening. Het OM heeft aangegeven dat klager de fout in blijft gaan en zijn afspraken niet nakomt. Vanaf 2001 is klager vrijwel ieder jaar gedetineerd geweest. Klager staat bekend als veelpleger
en er is een hoge kans op recidive aanwezig. In klagers huidige detentie zijn vier zaken ten uitvoer gelegd. Uit niets valt op te maken dat klager zijn leven anders heeft geordend en dat er al stappen zijn ondernomen om dit te realiseren. De
Staatssecretaris acht een groot recidiverisico aanwezig waardoor er tevens risico voor verstoring van de openbare orde aanwezig is.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de gevangenis/ISD De Grittenborgh te Hoogeveen heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.
De officier van justitie bij het arrondissementsparket te Almelo heeft aangegeven bezwaar te hebben tegen verlofverlening, omdat met klager veel geprobeerd is met verlengingen van de proeftijd, maar hij de fout blijft ingaan. Klager komt zijn afspraken
niet na.
De politie Enschede heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 9 maanden, die tenuitvoer wordt gelegd in verband met de omzetting van voorwaardelijke gevangenisstraffen. Aansluitend dient hij meerdere hechtenissen te ondergaan. Klagers einddatum valt op of
omstreeks 27 augustus 2010.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers derde verlofaanvraag. Hij kan in totaal zes verlofaanvragen indienen.

Klagers verlofaanvraag is afgewezen omdat er vrees bestaat voor recidive. Terecht zijn klagers eerdere verloven geweigerd in verband met vrees voor recidive. De directeur van de gevangenis/ISD De Grittenborgh heeft positief geadviseerd ten aanzien van
de derde verlofaanvraag, aangezien klager in de inrichting positief gedrag vertoont. Uit het voorgaande volgt dat het TR-traject al in mei 2009 van start is gegaan maar dat hem nog steeds geen trainingen in dat kader zijn aangeboden. Nu het einde van
klagers detentie in zicht is, dient in dit geval voorrang te worden gegeven aan de mogelijkheid voor klager om zich voor te bereiden op zijn terugkeer in de samenleving. Gelet op het vorenstaande zal het beroep gegrond worden verklaard. De Minister zal
worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming aan klager.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de Minister op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken na ontvangst
van
deze uitspraak. Zij bepaalt dat klager geen tegemoetkoming toekomt.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. van Alff, secretaris, op 10 maart 2010

secretaris voorzitter

Naar boven