Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/3010/TA, 25 februari 2010, beroep
Uitspraakdatum:25-02-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/3010/TA

betreft: [klager] datum: 25 februari 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.K. Rack, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 22 oktober 2009 van de beklagcommissie bij de Prof. Mr. W.P.J. Pompestichting, locatie Vught, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 15 januari 2010, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klager en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], juridisch medewerker, en [...], zorgmanager.

Klagers raadsman mr. M.K. Rack heeft schriftelijk meegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen en heeft het beroep schriftelijk toegelicht.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag houdt in dat met klager gemaakte afspraken ten aanzien van het aanzeggen van een urinecontrole niet worden nagekomen.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Op basis van geruchten, die niet nader zijn onderzocht of bevestigd, dat er drugs aanwezig zouden zijn op klagers afdeling is er een
urinecontrole afgenomen. Deze was niet noodzakelijk noch effectief.
Dit geldt des te meer indien er zoals bij klager afspraken zijn gemaakt dat hij dit soort onverwachte onderzoeken niet hoefde mee te maken. Klager had met de medische dienst afgesproken dat alle urinecontroles hem tevoren zouden worden aangezegd.
Als klager een urinecontrole aangezegd krijgt, gaat hij ervan uit dat die alleen voor hem is. Dat er een spitactie wordt gehouden, is hem dan niet bekend en om die reden kunnen alle urinecontroles hem tevoren worden aangezegd. Daarbij komt dat de
urinecontrole hem ’s avonds wordt aangezegd en hij dan toch zijn verblijfsruimte niet uit kan.
Plassen doet altijd pijn. Klager kan zonder plaspil niet plassen. Als hij onverwachts moet plassen, bestaat de mogelijkheid dat er ontlasting meekomt.
Voor klager is het vier uur de gelegenheid hebben om alsnog in de afzonderingscel te plassen geen optie. Hij prefereert om terstond te plassen.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Het is juist dat reguliere urinecontroles klager tevoren worden aangezegd. Inmiddels worden deze controles aan alle verpleegden
tevoren aangezegd. De urinecontroles die zonder aankondiging bij alle verpleegden in verband met de orde en de veiligheid in de inrichting worden gehouden, worden ook aan klager niet tevoren aangezegd. Van belang is dat deze controles onverwachts
kunnen
plaatsvinden zonder dat de verpleegden erop voorbereid zijn. Anders zouden er drugs door het toilet kunnen worden gespoeld of kan er fraude worden gepleegd.
Dat klager ’s avonds zijn verblijfsruimte niet uitkomt, houdt niet in dat hij niet met andere verpleegden over de aangezegde urinecontrole zou kunnen spreken. Er wordt ’s avonds ook door de deuren heen onderling veel gesproken.
De betreffende urinecontrole heeft op een zaterdag plaatsgevonden, terwijl reguliere urinecontroles nooit in het weekend plaatsvinden. Als deze urinecontrole klager was aangezegd, was de kans groot dat er over gesproken zou worden.
Klager hoefde niet terstond urine te produceren. Hij had daarvoor vier uur de gelegenheid. Het medische advies is geen reden om het belang van de orde en de veiligheid terzijde te schuiven.

3. De beoordeling
De beroepscommissie is anders dan de beklagcommissie van oordeel dat klager kan worden ontvangen in zijn klacht. De klacht is immers gericht tegen een vermeende schending van klagers recht op lichamelijke integriteit. Klager had derhalve op grond van
artikel 56, eerste lid, onder e, Bvt in zijn klacht moeten worden ontvangen.

Uit artikel 24, eerste lid, Bvt volgt dat het hoofd van de inrichting een verpleegde kan verplichten urine af te staan ten behoeven van een urineonderzoek op aanwezigheid van gedragsbeïnvloedende middelen, indien dit noodzakelijk is in het belang van
de
handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting.

In verband met de verdenking dat er drugs op klagers afdeling aanwezig zouden zijn, heeft op klagers afdeling in verband met de orde en de veiligheid in de inrichting een algehele urinecontrole plaatsgevonden.

Vraag is of deze urinecontrole, gelet op klagers pijnklachten bij het plassen en de in verband met deze klachten gemaakte afspraak met de medische dienst, van tevoren aan klager aangezegd had moeten worden.

De beroepscommissie overweegt dat voor klager de mogelijkheid openstond om, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3, vierde lid, Regeling urineonderzoek verpleegden, niet terstond, maar gedurende een periode van vier uur alsnog urine af te staan. Nu
klager heeft aangegeven dat hij van deze mogelijkheid geen gebruik wenste te maken en prefereerde om terstond te plassen, is de beroepscommissie van oordeel dat onder deze omstandigheden niet kan worden geoordeeld dat klagers recht op lichamelijke
integriteit zou zijn geschonden. Zij zal derhalve het beklag alsnog ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester en mr. drs. R.H. Zuijderhoudt, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 25 februari 2010.

secretaris voorzitter

Naar boven