Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/3002/TA, 25 februari 2010, beroep
Uitspraakdatum:25-02-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/3002/TA

betreft: [klager] datum: 25 februari 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

het hoofd van de Prof. Mr. W.P.J. Pompestichting, locatie Vught, verder te noemen de inrichting,

gericht tegen een uitspraak van 22 oktober 2009 van de beklagcommissie bij genoemde inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 15 januari 2010, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. N.A. Heidanus, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], juridisch
medewerker,
en [...], zorgmanager.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de ordemaatregel van afzondering in de eigen verblijfsruimte van 1 februari 2009 tot 9 februari 2009.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard en aan klager een tegemoetkoming van € 75,= toegekend op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Volgens de beklagcommissie was de afzondering niet noodzakelijk ter bescherming van de orde en de veiligheid in de inrichting
gezien het feit dat de afzondering 24 uur na het incident is opgelegd zonder dat er nader onderzoek had plaatsgevonden. Klager heeft in de nacht van 30 op 31 januari 2009 via de intercom contact gezocht met een vrouwelijke medewerker en aan haar te
kennen gegeven welke seksuele handelingen hij aan het verrichten was. De medewerkster heeft het incident op 31 januari 2009 gemeld bij de staf van klagers afdeling. Bekend is hoe met een dergelijk gedrag omgegaan dient te worden. Behandeltechnisch was
het toen niet noodzakelijk om een sanctie op te leggen. Als er daarna dingen blijven gebeuren, ga je stappen ondernemen.
Na het eerste incident is besloten dat klager op 31 januari 2009 kon deelnemen aan het reguliere dagprogramma.
In de nacht van 30 januari 2009 op 31 januari 2009 heeft al een gesprek met klager plaatsgevonden. Op 31 januari 2009 is er veelvuldig contact met klager geweest. Tijdens de nacht van 31 januari op 1 februari 2009 heeft klager opnieuw contact gezocht
via de intercom. Hij gaf aan dat hij het niet meer zag zitten en dat hij naar de separeerruimte wilde van een andere afdeling. Het hoofd van dienst heeft klager de keuze gegeven op eigen kamer te blijven met ieder uur controle of naar de separeerruimte
van zijn eigen afdeling te gaan. Klager heeft gekozen om op zijn eigen kamer te blijven en beloofde zich rustig te gedragen.
Het eerste incident vormde niet de directe aanleiding om de ordemaatregel van afzondering op te leggen. Toen op 1 februari 2009 bleek dat klager het voorval in de nacht van 30 op 31 januari 2009 ontkende en hij hierover niet in gesprek wenste te gaan
en
dat gelet op zijn gedrag en uitlatingen van de afgelopen dagen dat het niet goed met hem ging, is beslist om hem in afzondering te plaatsen. Er was sprake van opbouw van gedrag. Dit is helaas niet volledig in de beschikking opgenomen. De beschikking is
opgesteld door een hoofd van dienst en niet door iemand van de eigen afdeling. Dit mag natuurlijk geen reden zijn voor het niet volledig opnemen van de gronden.
Tijdens de afzondering is er iedere dag met hem gesproken en gekeken of de ordemaatregel moest voortduren.
Klager heeft op 30 december 2008 in een gesprek met de psychiater aangegeven dat hij zijn medicatie volledig wilde afbouwen. De psychiater heeft hem voorgesteld om andere medicatie voor te schrijven en de Oxazepam te verlagen. Pas in maart 2009 is
klager Risperdal gaan gebruiken.
Eerst ter zitting heeft de raadsman om inzage van dagrapportages of andere stukken gevraagd.

Door en namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Klager kan het zich niet herinneren dat hij gevraagd zou hebben om in de separeer-ruimte te worden geplaatst. Hij herinnert zich wel een gesprek met het hoofd van dienst met ander personeel erbij op zijn kamer.
In de bestreden beslissing wordt alleen maar als aanleiding voor oplegging van de ordemaatregel het seksueel ontremde gedrag van klager in de nacht van 30 op 31 januari 2009 vermeld. De beslissing tot oplegging van de ordemaatregel is derhalve
onvoldoende gemotiveerd.
Er hebben geen therapeutische gesprekken met klager plaatsgevonden. Klager noemde het meer verhoren. Ze wilden dat hij toegaf dat hij seksueel getinte uitspraken had gedaan. Men was er op uit om kost wat kost excuses van klager te krijgen. Als er
therapeutische gesprekken hebben plaatsgevonden dan moet dat gedocumenteerd kunnen worden aan de hand van bijvoorbeeld dagrapportages. Er zijn geen dagrapportages of andere stukken verstrekt die dit onderbouwen.
De maandcommissaris is wel bij klager langs geweest. De psychiater pas op een later moment dan waar klager om gevraagd had.
De opgelegde maatregel is op ondeugdelijke en onbegrijpelijke gronden opgelegd en in strijd met het subsidiariteitbeginsel. De inrichting had in gesprek met klager kunnen gaan en andere middelen kunnen hanteren. Voorts heeft de ordemaatregel
onevenredig
lang geduurd. Daarbij komt dat de inrichting voorleest uit stukken die de raadsman niet kent.

3. De beoordeling
Ter zitting van de beroepscommissie is uit de toelichting namens het hoofd van de inrichting en de onderliggende stukken gebleken dat nadat klager in de nacht van 30 op 31 januari 2009 seksueel ontremd gedrag had getoond ten opzichte van een vrouwelijk
personeelslid er sprake is geweest van oplopende spanning bij klager. In de nacht van 31 januari 2009 op 1 februari 2009 heeft klager via de intercom aangegeven dat hij het niet meer zag zitten en dat hij op een andere afdeling in separatie geplaatst
wilde worden. Namens het hoofd van de inrichting is gesteld dat er veelvuldig en in ieder geval dagelijks met klager is gesproken en dat op grond van de opgelopen spanning bij klager het noodzakelijk was om prikkels bij klager te doseren en hem op 1
februari 2009 de bestreden ordemaatregel op te leggen.
De beroepscommissie acht niet aannemelijk geworden dat de stelling dat veelvuldig en dagelijks met klager is gesproken niet op waarheid zou berusten. Gelet hierop dient het verzoek van de raadsman ter zitting van de beroepscommissie om deze stelling
alsnog met dagrapportages te onderbouwen te worden afgewezen.
Voorts blijkt uit de mededeling van de inperkende maatregel dat niet enkel het incident in de nacht van 30 op 31 januari 2009 de reden vormde voor oplegging van de maatregel, maar dat sprake was van oplopende spanning bij klager en het om die reden op
1
februari 2009 noodzakelijk werd geacht om prikkels bij klager te doseren.
Het bovenstaande in onderling verband en samenhang bezien, is de beroepscommissie van oordeel dat de beslissing om klager de betreffende ordemaatregel van afzondering in de eigen verblijfsruimte op te leggen niet als onredelijk of onbillijk of
disproportioneel kan worden aangemerkt, te meer nu dagelijks gesproken is met klager en beoordeeld of de maatregel kon worden beëindigd.
Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagcommissie zal worden vernietigd. De beroepscommissie zal het beklag alsnog ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester en mr. drs. R.H. Zuijderhoudt, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 25 februari 2010.

secretaris voorzitter

Naar boven