Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/3323/GA, 5 maart 2010, beroep
Uitspraakdatum:05-03-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Activiteiten  v

Uitspraak

nummer: 09/3323/GA

betreft: [klager] datum: 5 maart 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 13 november 2009 van de beklagcommissie bij het huis van bewaring (h.v.b.) Doetinchem,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormeld h.v.b. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. M.F.E. Sprenkels om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het niet mogen deelnemen aan een kunstproject.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. De beoordeling van de commissie van toezicht is voor klager onbegrijpelijk.
De directeur weigert klager deel te laten nemen aan een activiteit omdat vrijwilligers de inrichting komen bezoeken. De reden is een ontsnappingspoging in november 2005. Echter, van 2005 tot 2009 heeft klager goed gedrag vertoond. In 2007 is hij van de
GRIP-lijst gehaald en in april 2007 is klager in een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) geplaatst. In 2007/2008 heeft klager een alpha-cursus, welke werd gegeven door vrijwilligers, bijgewoond. In 2008 is klager naar de b.b.i. Bankenbosch
overgeplaatst. Dit alles is een bewijs van goed gedrag en klager vormt geen enkel gevaar. Daarnaast gaat klager op zondag naar de kerk waar ook vrijwilligers komen, dus de redenering van de directeur is krom.
Tot slot voert klager aan dat dit een nieuwe detentie betreft. Gedurende deze detentie is zijn gedrag goed en heeft hij geen enkel rapport gekregen. Hij denkt dan ook dat de directeur hem veroordeelt op zijn verleden waardoor hij geen nieuwe kans
krijgt. De directeur was ten tijde van de ontsnappingspoging namelijk directeur van de penitentiaire inrichting Zutphen, waar deze plaatsvond. Klager is voor die ontsnappingspoging echter al gestraft.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Klager heeft zijn belangstelling voor deelname aan het kunstproject Catharina Spiritueel in oktober en november 2009 in de arbeidszaal kenbaar gemaakt. De directeur heeft klagers deelname geweigerd in verband met de orde en veiligheid van de
kunstenaars
en de gedetineerden. Klager heeft in 2006 geprobeerd te ontsnappen uit de p.i. Ooyerhoek. Bovendien zijn de kunstenaars niet bekend met het werken met gedetineerden en de inrichting wil geen risico lopen.
Daar heeft klager de volgende, niet weersproken, argumenten tegenover geplaatst.
Het betreft een ontsnappingspoging in november 2005. Klager heeft vanaf 2005 tot 2009 goed gedrag getoond en is in 2007 van de GRIP-lijst gehaald. In april 2007 is hij naar een b.b.i. overgeplaatst. In 2007 en 2008 heeft hij een door vrijwilligers
gegeven Alpha-cursus bijgewoond. In 2008 is klager naar de b.b.i. Bankenbosch overgeplaatst. Die detentie liep van 2002 t/m februari 2009. Vanaf april t/m juni 2009 heeft klager weer in detentie verbleven. De huidige detentie is vanaf 16 juli 2009 in
het h.v.b. Doetinchem aangevangen. Hij gaat op zondag naar de kerk waar ook vrijwilligers komen.
De beroepscommissie is van oordeel dat de directeur bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en omstandigheden niet tot weigering van klagers deelname aan het kunstproject heeft kunnen komen. Die beslissing moet dan ook als onredelijk en
onbillijk worden aangemerkt.
Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard, de uitspraak van de beklagcommissie zal worden vernietigd en het beklag zal alsnog gegrond worden verklaard.
De beroepscommissie is van oordeel dat klager met deze gegrondverklaring voldoende tegemoet wordt gekomen en zal hem geen tegemoetkoming toekennen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Aan klager wordt geen tegemoetkoming toegekend.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. Kersten, secretaris, op 5 maart 2010

secretaris voorzitter

Naar boven