Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/3282/GA, 22 februari 2010, beroep
Uitspraakdatum:22-02-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09 /3282/GA

betreft: [klager] datum: 22 februari 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J. Kral, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 17 november 2009 van de alleensprekende beklagrechter bij de gevangenis Zuyderbos te Heerhugowaard,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft het beroep ter zitting van 29 januari 2010, gehouden in de locatie Over-Amstel te Amsterdam, behandeld. Klager, die zich op 11 november 2009 aan de tenuitvoerlegging van zijn detentie heeft onttrokken, is niet ter zitting
verschenen. Klagers raadsman, mr. J. Kral en de directeur van voormelde gevangenis hebben schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de beëindiging van klagers TR-traject.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt – schriftelijk – als volgt toegelicht.
Klager is van mening dat er ten onrechte vanuit wordt gegaan dat het TR-traject door hem is beëindigd. Klager heeft enkel opmerkingen gemaakt over de lange duur van het traject en het uitblijven van een vooruitgang. Klager heeft belang bij de voortgang
van het traject en alleen al daarom is het onjuist er vanuit te gaan dat hij dat traject heeft willen beëindigen. Klager verzoekt het beroep gegrond te verklaren en te bepalen dat het traject met spoed weer zal worden opgepakt.

De directeur heeft schriftelijk laten weten te volharden in zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt.

3. De beoordeling
Klager nam deel aan een voor hem uitgezet traject in het kader van het programma Terugdringen Recidive (TR).
Anders dan de beklagrechter heeft geoordeeld, acht de beroepscommissie niet aannemelijk dat klager zelf heeft verzocht om beëindiging van het TR-traject. Op zich staat vast dat klager zijn ongenoegen heeft geuit over het verloop en de voortgang van dat
traject. De beroepscommissie acht aannemelijk dat klager dat ongenoegen slechts heeft geuit met het doel de snelheid en voortgang van het traject te bespoedigen. Gelet daarop is de conclusie dat klager zelf dat traject wenste te beëindigen niet
gerechtvaardigd. Dat kan ook worden afgeleid uit de omstandigheid dat klager het formulier “Beëindiging deelname programma Terugdringen Recidive (TR) “ niet heeft willen ondertekenen. Gelet op het vorenstaande moet worden geoordeeld dat de beslissing
om
klagers TR-traject te beëindigen, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, als onredelijk en onbillijk moet worden aangemerkt. Het beroep van klager is daarom gegrond, de uitspraak van de beklagcommissie zal daarom worden vernietigd en het
beklag zal alsnog gegrond worden verklaard.

De beroepscommissie overweegt daarbij nog dat er op zich aanleiding bestond om het TR-traject van klager te heroverwegen. Daarbij hadden in dat geval evenwel niet klagers gestelde wens tot beëindiging van het traject maar objectieve feiten en
omstandigheden een rol dienen te spelen.

De beroepscommissie acht, mede gelet op voornoemde omstandigheid en het feit dat klager zich heeft onttrokken aan detentie, geen termen aanwezig voor het toekennen van een financiële tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en dr. W.J. Schudel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 22 februari 2010.

secretaris voorzitter

Naar boven