Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/0767/SGA, 24 maart 2010, schorsing
Uitspraakdatum:24-03-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/767/SGA

Betreft: [klager] datum: 24 maart 2009

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, tevens klaagschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de locatie Roermond.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van genoemde locatie d.d. 20 maart 2009, inhoudende de oplegging van een disciplinaire straf van
opsluiting in een strafcel voor de duur van vijf dagen, ingaande op 20 maart 2009 te 17.00 uur en eindigende op 25 maart 2009 te 17.00 uur (onderdeel a), alsmede intrekking van de eerstvolgende twee verloven (onderdeel b). Vanwege het feit dat er een
ernstig vermoeden bestaat dat verzoeker bij de afhandeling van het verslag een tablet heeft ingeslikt wordt de cel van verzoeker onderworpen aan cameracontrole. Een en ander wegens het frauderen met de urinecontrole.

De voorzitter heeft kennisgenomen van de schriftelijke inlichtingen van de directeur d.d. 23 maart 2009. De secretaris van de

1. De standpunten van verzoeker en van de directeur
Verzoeker heeft het volgende aangevoerd. Verzoeker vraagt schorsing mede omdat er een verkeerde datum op de sticker stond, verzoeker bovendien niet zelf de sticker heeft aangebracht en omdat de medicatie via de medische dienst gaat.

De directeur heeft onder meer het volgende naar voren gebracht. De disciplinaire straf is opgelegd naar aanleiding van de uitslag van een herhalingsonderzoek waaruit bleek dat het kreatininegehalte lager was dan 2.0. Zowel bij de eerste urinecontrole
als bij het herhalingsonderzoek bleek deze lager te zijn dan 2.0, hetgeen duidt op verdunde urine. Bij navraag bij de medische dienst bleek niet van medicijngebruik of anderszins waardoor de uitslag beïnvloed kon worden. In de verblijfsruimte van
verzoeker werd bij inspectie een stukje hash aangetroffen. Daarnaast stopte hij bij de afhandeling van het verslag iets in zijn mond.

2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval voor zover het verzoek betrekking heeft op de opgelegde disciplinaire straf.

Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter is dat met betrekking tot onderdeel b wel het geval.
Op grond van artikel 51, aanhef en onder d van de Pbw kan de directeur (onder meer) de volgende disciplinaire straf opleggen: weigering, intrekking of beperking van het eerstvolgende verlof. De minister heeft blijkens de Memorie van Toelichting
(paragraaf 18 onder b) de weigering, intrekking of beperking van het verlof uitdrukkelijk beperkt tot het eerstvolgende verlof. Gelet hierop is de beslissing van de directeur met betrekking tot het tweede verlof, niet zijnde het eerstvolgende verlof,
naar het voorlopig oordeel van de voorzitter in strijd met het hiervoor genoemde wettelijk voorschrift van artikel 51 van de Pbw. De tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van 20 maart 2009 moet daarom worden geschorst voor zover deze
beslissing betrekking heeft op het tweede, niet zijnde het eerstvolgende, verlof.

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe met betrekking tot het tweede, niet zijnde het eerstvolgende verlof, en schorst in zoverre de tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van 20 maart 2009. Wijst het verzoek voor het overige af.

Aldus gegeven door mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 24 maart 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven