Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/3607/GV, 1 februari 2010, beroep
Uitspraakdatum:01-02-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/3607/GV

betreft: [klager] datum: 1 februari 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 9 december 2009 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Het is niet klagers fout dat hij ontvlucht is uit de gevangenis Tilburg in 2007. Het is de fout van de afdeling bevolking. Hij had zelf geen sleutel om weg te gaan.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is op 18 maart 2008 ontvlucht uit de gevangenis van de PI Tilburg en is op 10 januari 2009 ingesloten voor een nieuw strafbaar feit. Klager is op 30 november 2009 overgeplaatst van de gevangenis/ISD Roermond naar de gevangenis Grave vanwege de
goede orde, rust en veiligheid die in het geding was gekomen en door klager was veroorzaakt. Gedragsmatig veroorzaakt klager voortdurend problemen. Ook in de gevangenis Grave doet zijn probleemgedrag zich voor. Hij laat zich moeilijk corrigeren, gaat
voortdurend zijn eigen gang en stelt zijn eigen regels. Gezien het functioneren van klager, klagers onttrekking aan zijn huidige detentie en het tijdens de onttrekking gepleegde strafbare feit, is er onvoldoende vertrouwen in een goed verloop van
verlof.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de gevangenis Grave heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.
Het OM heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.
De politie Midden en West Brabant heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag vanwege recidivegevaar.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van één jaar en negen maanden met aftrek, wegens diefstal. Aansluitend dient hij meerdere hechtenissen te ondergaan. De einddatum valt op of omstreeks 9 december 2010.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal zes verlofaanvragen indienen.

Het verzoek om algemeen verlof is afgewezen, omdat er vrees bestaat voor vlucht en recidive. Klager heeft zich op 18 maart 2008 onttrokken aan zijn huidige detentie. Klager is op 10 januari 2009 gearresteerd en sindsdien zit klager gedetineerd. Ook
heeft klager tijdens zijn onttrekking een strafbaar feit gepleegd. Gelet op het vorenstaande is de vrees dat klager zich tijdens een te verlenen verlof aan zijn detentie zal onttrekken gerechtvaardigd. De beroepscommissie is van oordeel dat voornoemde
omstandigheden een forse contra-indicatie vormen voor verlofverlening en dat deze een afwijzing van klagers verlofaanvraag rechtvaardigen. Derhalve kan de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet
op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4 onder a en b van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. van Alff, secretaris, op 1 februari 2010

secretaris voorzitter

Naar boven