Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/3025/GB, 28 januari 2010, beroep
Uitspraakdatum:28-01-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/3025/GB

Betreft: [klager] datum: 28 januari 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. G. Palanciyan, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 28 oktober 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager en diens raadsman hebben geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om het beroep op 8 januari 2010 mondeling toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Grave ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 13 juli 2009 gedetineerd. Hij verbleef in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) Heerhugowaard. Op 20 oktober 2009 is hij geplaatst in de gevangenis Grave, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep schriftelijk als volgt toegelicht.
Voor klagers familie, vriendin en dochtertje betekent de overplaatsing naar Grave dat klager een lange tijd verstoken zal blijven van noodzakelijk direct contact met zijn familie. De reistijd voor klagers vriendin en dochtertje is bijna onmogelijk te
overbruggen aangezien zij met openbaar vervoer zullen moeten reizen. Bovendien is de vriendin, een tienermoeder, financieel niet in staat een reis te bekostigen. Andere familieleden zouden vrij moeten nemen van het werk voor een bezoek van ongeveer een
uur. In de b.b.i. kon klager in ieder geval met regimair verlof om zijn gezin en familie te bezoeken. Met het argument van de gevangeniscapaciteit wordt bevestigd dat op geen enkele wijze met klagers belangen rekening is gehouden. Klager is bereid om
zich aan alle regels en onderzoeken te onderwerpen in de b.b.i. Primair wil klager terug naar de b.b.i. Subsidiair wil klager overgeplaatst worden naar een inrichting in de Randstad.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager kon niet langer in de b.b.i. verblijven vanwege meerder positieve urinecontroles. Volgens de nota Drugsontmoedigingsbeleid van oktober 2008 volgt bij softdrugsgebruik in een b.b.i. een waarschuwing. Bij een tweede gebruik volgt herselectie naar
een gesloten inrichting. In klagers geval is sprake van meerdere positieve urinecontroles. Daarom wordt niet overwogen de bestreden beslissing te herzien.
Met betrekking tot de keuze van de inrichting wordt rekening gehouden met de gevangeniscapaciteit (wachtlijsten). In de gevangenis Grave was op het selectiemoment sprake van leegstand. Daarom is voor die gevangenis gekozen. Gezien klagers strafrestant
komt hij nog niet in aanmerking voor regionale plaatsing. De laatste vier maanden van de detentie is dat wel het geval. Klagers v.i.-datum is 11 oktober 2010. Als klagers familie medisch of financieel niet in staat is om hem te bezoeken, dan dient
klager dat te onderbouwen. Via het b.s.d. kan klager dan aan het bureau selectiefunctionarissen verzoeken om een overplaatsing.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Grave is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden
geplaatst.

4.2. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.3. In de toelichting op dit artikel (Staatscourant 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving
een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.4. Uit het selectieadvies van de b.b.i. Heerhugowaard volgt dat klager meerdere malen positief heeft gescoord op THC toen hij terugkeerde van verlof. Ook heeft klager een disciplinaire straf gehad omdat hij te laat is teruggekeerd van verlof. De
beroepscommissie is van oordeel dat de selectiefunctionaris in redelijkheid heeft kunnen oordelen dat klager, gelet op het vorenstaande, niet langer geschikt is voor plaatsing in een inrichting met een beperkt beveiligingsniveau. Hetgeen klager heeft
aangevoerd over de bezoekmogelijkheden is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen. Bezoekproblemen zijn namelijk inherent aan de detentiesituatie. De op de onder 3.2. genoemde gronden gebaseerde beslissing van de
selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, daarom niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 28 januari 2010.

secretaris voorzitter

Naar boven