Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/2497/GA, 8 januari 2010, beroep
Uitspraakdatum:08-01-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/2497/GA

betreft: [klager] datum: 8 januari 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 3 september 2009 van de beklagcommissie bij het huis van bewaring (h.v.b.) Zoetermeer,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 11 december 2009, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, is klager gehoord.
De directeur van het h.v.b. Zoetermeer en klagers raadsman, mr. J. Grabowsky, hebben schriftelijk laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van zeven dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, wegens het niet opvolgen van instructies van het interne bijstandsteam (i.b.t.).

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Er worden vaker spitacties gehouden. De acties worden altijd aangekondigd door middel van een brief. De brief wordt onder de celdeur geschoven. De celgenoot heeft gevraagd wat er aan de hand was. Er is niet tegen de deur geschopt. Er was een spitactie
en door het luikje werd gevraagd of klager en zijn celgenoot wilden meewerken. Zij hebben ‘ja’ geantwoord. Klager moest toen op zijn knieën voor het toilet zitten. Klager heeft gezegd dat hij dat niet zou doen. De celgenoot had namelijk net gebruik
gemaakt van het toilet en zo ga je niet met mensen om. Toen kwam het i.b.t. binnen. De celgenoot werd eerst naar buiten gegooid. Toen werd klager gehaald. Klager zat, net als zijn celgenoot, op een stoel. Hij werd geboeid naar een isoleercel afgevoerd.
Klager was boos. Hij is zelf Jood en zijn moeder is overleden aan kanker. Met die woorden scheldt hij niet. Hij heeft wel gezegd dat als hij op dat moment een 9mm had, hij had geschoten. Klager heeft geen slaande beweging gemaakt. Hij hield zich vast
aan de deur omdat hij bijna omver werd geduwd. Pas toen klager weer terug op zijn cel kwam, zag hij het aankondigingsbriefje liggen. Andere gedetineerden hebben die brief wel op tijd gehad. Gedetineerden worden niet geloofd. Dit was allemaal niet
gebeurd als klager en zijn celgenoot tijdig op de hoogte waren van de spitactie.

De directeur heeft in beroep volhard in het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt.

3. De beoordeling
De beroepscommissie heeft ambtshalve kennisgenomen van de beroepszaak van klagers celgenoot.

De directeur is op grond van artikel 34 van de Pbw bevoegd in het kader van het algemeen toezicht de verblijfsruimte van een gedetineerde te onderzoeken. In het h.v.b. Zoetermeer is het kennelijk gebruikelijk om een dergelijk onderzoek door middel van
een brief aan te kondigen. In het onderhavige geval is genoegzaam gebleken dat klager en zijn celgenoot niet precies wisten wat er aan de hand was, omdat de spitactie niet op de gebruikelijke wijze was aangekondigd. Deze omstandigheid neemt niet weg
dat
een gedetineerde altijd de instructies van het personeel dient op te volgen. Klager heeft de instructies van het i.b.t. niet opgevolgd en bovendien heeft hij het personeel bedreigd. De directeur kon dan ook in redelijkheid een disciplinaire straf aan
klager opleggen. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 8 januari 2010

secretaris voorzitter

Naar boven