Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/2841/GA, 19 januari 2010, beroep
Uitspraakdatum:19-01-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/2841/GA

betreft: [klager] datum: 19 januari 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 1 oktober 2009 van de alleensprekende beklagrechter bij de gevangenis Nieuwegein,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 11 december 2009, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de gevangenis Nieuwegein.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een andere verblijfsruimte dan een afzonderingscel voor de duur van twee dagen en de verlenging van voornoemde maatregel in afwachting van klagers overplaatsing.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft niets met de mishandelingen te maken. Op het moment dat een medegedetineerde bloedend uit de douche kwam, stond klager te praten met p.i.w.-er [...]. De tweede mishandeling vond plaats toen klager deelnam aan een ‘vader en kinddag’. Hij
was
toen niet op de afdeling. Klager zat twee jaar in de gevangenis Nieuwegein zonder enige problemen. Klager had een probleempje met het personeel in verband met een joint. Er werd gesproken over een groep van vier andere gedetineerden. Klager heeft zich
niet kunnen verweren tegen de geruchten. Klager is niet gehoord bij de verlenging van de maatregel. Klager heeft in de locatie De Grittenborgh zes maanden geen bezoek gehad. Klager is niet verhoord door de politie. Op de afdeling zaten 28
gedetineerden.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Naar aanleiding van ernstige mishandelingen is de hele afdeling twee dagen afgezonderd geweest voor de veiligheid van de gedetineerden zelf. Toen is ook onderzoek gedaan. Vijf namen werden genoemd. Ten aanzien van die personen is de
afzonderingsmaatregel verlengd met veertien dagen in afwachting van hun overplaatsing. Klager is binnen twee dagen overgeplaatst. De maatregel is toen beëindigd. De betreffende medegedetineerden hebben aangifte van mishandeling gedaan. Eén van hen
heeft
zijn bovenkaak gebroken.

3. De beoordeling
Hetgeen ten aanzien van de ordemaatregel voor de duur van twee dagen is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal voor dat deel ongegrond worden
verklaard.
Over de verlenging van de ordemaatregel overweegt de beroepscommissie als volgt. Daargelaten het antwoord op de vraag of klager bij de groep behoorde, had klager ingevolge artikel 57, eerste lid, onder c van de Pbw, gehoord moeten worden bij de
verlenging van de maatregel. Het horen was vooral hier van belang, nu klager niet eerder is gehoord over eventuele betrokkenheid bij de mishandelingen. De beroepscommissie zal het beroep daarom deels gegrond verklaren. Nu de gevolgen van de verlenging
van de afzonderingsmaatregel niet meer ongedaan te maken zijn, acht de beroepscommissie termen aanwezig om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag gedeeltelijk gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 20,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. A.H. de Wild, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 19 januari 2010.

secretaris voorzitter

Naar boven