Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/3481/GV, 18 januari 2010, beroep
Uitspraakdatum:18-01-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/3481/GV

betreft: [klager] datum: 18 januari 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 9 december 2009 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Dat klager recalcitrant, provocerend en onredelijk jegens het personeel zou zijn is subjectief. Het feit dat klager een klacht indient maakt hem in de ogen van het personeel recalcitrant. Maar dat is klagers goed recht. Wanneer klager het personeel het
wetboek laat zien en artikelen uit het wetboek wil bespreken wordt dit gezien als provoceren. Klager stelt niet aan te zetten tot negatief gedrag. Hij beweegt mensen wel om een klacht in te dienen. De inrichting maakt zich schuldig aan valsheid in
geschrifte. Klager ontvangt allerlei brieven erg laat. Klager heeft wel gebruik gemaakt van de namen van medegedetineerden om als getuigen te verschijnen indien dat nodig was. Er is sprake van projecteren zoals dat in de psychologie wordt genoemd. Je
eigen fouten en gebreken op iemand anders afschuiven. Wanneer er klachten worden ingediend heeft dit altijd consequenties voor een gedetineerde. Klager is geïntimideerd door de unit-directeur en bedreigd door de directeur. Klager heeft zonder reden
rapport gekregen en is na vijf maanden nog niet geopereerd aan zijn gescheurde kruisband. Klager stelt geen makkelijke jongen te zijn maar wel altijd de juiste paden te bewandelen en daarbij in zijn recht te staan. Het frustreert het personeel dat het
ze niet lukt om klager ergens voor te sanctioneren. De reclassering en TR zullen een positiever advies naar voren brengen. Klager heeft al meerdere keren verlof gehad en er hebben zich nog nooit problemen voorgedaan.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is op 9 oktober 2009 teruggeplaatst uit de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) Maashegge omdat hij weigerde de wettelijke arbeidsvoorschriften op te volgen. Met name weigerde hij werkschoenen te dragen. Hij verhardde zodanig in zijn standpunt
dat hij zelf aangaf dan liever geplaatst te worden in paviljoen 7 van het huis van bewaring (h.v.b.) Maashegge. Klager wordt omschreven als een negatief en onredelijk persoon, die zich moeilijk laat sturen. Klager trekt alles uit de kast om zijn gelijk
te krijgen. Hij schroomt niet om medegedetineerden te gebruiken om zijn beklag te ondersteunen zonder dat die personen dit willen en weten. Klagers recalcitrante en provocerende gedrag en de recentelijke terugplaatsing uit de b.b.i. Maashegge
rechtvaardigen dat er nu geen algemeen verlof verleend kan worden.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van het h.v.b. Maashegge heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van drie jaar met aftrek, wegens het plegen van zware mishandeling en doodslag. Klagers einddatum valt op of omstreeks 22 december 2010.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal 6 verlofaanvragen indienen.

De beroepscommissie overweegt dat het voorval tijdens de arbeid onvoldoende gewicht heeft om de beslissing tot weigering van het verlof te kunnen dragen. De beroepscommissie betrekt hierbij dat niet is gebleken van een beheersrisico en dat klager al
eerder vrijheden heeft genoten, die zonder problemen zijn verlopen. De beslissing van de Staatssecretaris tot afwijzing van verlof moet bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Derhalve zal het
beroep gegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Staatssecretaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. van Alff, secretaris, op 18 januari 2010

secretaris voorzitter

Naar boven