Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/3060/GA, 15 januari 2010, beroep
Uitspraakdatum:15-01-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/3060/GA

betreft: [klager] datum: 15 januari 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 22 oktober 2009 van de alleensprekende beklagrechter bij de gevangenis van de pi Tilburg

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de gevangenis van de pi Tilburg in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw, mr. N. Assouiki, om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de beklagen en de uitspraak van de beklagrechter
De beklagen betreffen:
a. het door de directeur inwinnen van een advies bij het Openbaar Ministerie en het verstrekken van onjuiste informatie in het selectieadvies aan de selectiefunctionaris.
b. de afwijzing van de verlofaanvraag.

De beklagrechter heeft de beklagen ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. De behandeling van de klacht is meerdere malen door de beklagrechter aangehouden, omdat de directeur heeft verzuimd aanvullende informatie te verstrekken.
De
directie heeft aangegeven dat er fouten zijn gemaakt en dat misgelopen verloven gecompenseerd zullen worden. Klager is verbaasd over de uitspraak van de beklagrechter. Over veel klachten heeft de beklagrechter afspraken gemaakt met de directie. Klager
wil zijn beroep mondeling toelichten.

De directeur heeft daarop als volgt gereageerd. De zitting van de beklagrechter is maar éénmaal geschorst omdat niet alle stukken ter zitting voorhanden waren. Klagers stelling over mogelijke fouten is juist. Indien klager in zijn rechten is aangetast,
dan zou de directeur dat corrigeren voor zover dat mogelijk zou zijn. De beklagrechter heeft de klachten echter niet-ontvankelijk en ongegrond verklaard, waardoor van enige correctie of compensatie geen sprake kan zijn. Onduidelijk is op welke
afspraken
tussen beklagrechter en de directie klager doelt. Het handelen van de directeur is niet in strijd geweest met een in de inrichting geldend voorschrift noch met een voor een ieder verbindende bepaling van een in Nederland geldend verdrag. De directeur
is
na een gerede en zorgvuldige belangenafweging tot zijn oordeel gekomen.

3. De beoordeling
a.
Het beklag is gericht tegen de beslissing van de directeur advies in te winnen bij het Openbaar Ministerie en de – gestelde – onjuiste en/of onvolledige informatievoorziening in het selectieadvies aan de selectiefunctionaris in het kader van klagers
selectie in verband met eventuele detentiefasering. Het opstellen van een selectieadvies alsmede het in het kader daarvan vragen van advies aan externe instanties moeten worden gerekend tot de op grond daarvan te nemen selectiebeslissing. Tegen
beslissingen van de selectiefunctionaris staat een afzonderlijke rechtsgang voor de betrokkene open. Voorbereidingshandelingen in het kader van de beslissing van de selectiefunctionaris komen ter toetsing in die procedure. Om die reden moet worden
geoordeeld dat hier geen sprake is van een beslissing als bedoeld in artikel 60 van de Pbw. De beroepscommissie zal derhalve na vernietiging van dit onderdeel van de uitspraak van de beklagrechter klager in zoverre alsnog niet-ontvankelijk verklaren in
zijn beklag.

b.
De beroepscommissie komt tot het oordeel dat de beklagrechter op goede gronden en met juistheid op het beklag heeft beslist. De beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking dat klager op 21 maart 2009 positief heeft gescoord op THC. Gelet op het
vigerende drugsontmoedigingsbeleid kon klager op 19 juni 2009 redelijkerwijs nog niet in aanmerking komen voor vrijheden. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter ten aanzien van beklag a en verklaart klager in zoverre alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.
Zij verklaart het beroep ongegrond voor wat betreft beklag b en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 15 januari 2010

secretaris voorzitter

Naar boven