Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/2827/GM, 15 januari 2010, beroep
Uitspraakdatum:15-01-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/2827/GM

betreft: [klager] datum: 15 januari 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Tilburg,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 30 september 2009 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 december 2009, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, is klager gehoord.

Namens de inrichtingsarts verbonden aan de p.i. Tilburg is schriftelijk meegedeeld dat de inrichtingsarts niet ter zitting zal verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur, betreft de niet adequate behandeling van klagers nierklachten.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft zijn klacht als volgt toegelicht.
Hij had op 3 juni 2009 een afspraak bij de nefroloog, maar de medische dienst vond die afspraak niet noodzakelijk en ging zelf met medicatie proberen om de nieren te stabiliseren. De medische dienst heeft alleen contact opgenomen met de inrichtingsarts
en niet met de nefroloog.
Op 17 april 2009 was zijn kaliumgehalte veel te hoog, maar de medische dienst ondernam geen actie. Tegen klager is gezegd dat het niet zo serieus was. Op 20 april 2009 is klager op de spoedeisende hulp beland en zijn de labwaarden bekeken.
Geconstateerd
is dat hij contact moest opnemen met de nefroloog. Iedere twee maanden moet zijn medicatie opnieuw worden afgesteld. Klagers verzoek is niet gehonoreerd, terwijl de medische dienst geen verstand heeft van nierproblemen. Hij heeft andere medicatie
gekregen, omdat Resonium A veel te duur zou zijn. Hij heeft gevraagd om de medicatie in eigen beheer te mogen houden, maar ook dit is niet toegestaan. Hij heeft dubbele dosering gehad, waardoor hij knock-out is gegaan.
Klager heeft medicatie geweigerd, omdat hij niet naar de nefroloog mocht. Hij ondervindt veel bijwerkingen van de medicatie die hem in de p.i. wordt voorgeschreven. De labuitslagen zijn verslechterd. In juni 2009 is een afspraak met een nefroloog niet
doorgegaan, omdat ze niet wilden zeggen tegen klager met wie de afspraak was gemaakt. Klager wist niet waar hij naar toe ging. In p.i. Tilburg is hem andere medicatie voorgeschreven dan in Arnhem. Klager had het idee dat de inrichtingsarts van Tilburg
een eigen koers wilde varen.
Indien klagers kaliumwaarde niet goed is, heeft hij spierpijn en krampen. De pijn in zijn linkernier is dan ook veel heviger.
Klager is nu onder controle van Rijnstaete. Hij heeft een vervolgafspraak in maart 2010. Klager heeft medicatie nodig om zich redelijk te voelen.

Namens de inrichtingsarts is het volgende standpunt ingenomen.
Er hebben zeer regelmatig consulten met verpleegkundigen en artsen plaatsgevonden. Waar nodig is door de inrichtingsarts verwezen naar, dan wel heeft intercollegiaal overleg plaatsgevonden met, de specialist en zijn afspraken gemaakt over adequate
behandeling. Op 22 en 25 mei 2009, 12, 17, 18, 19 juni 2009, 6 en 30 juli 2009 en 6, 10, 11, 13, 18 en 19 augustus 2009 heeft klager zijn medicatie geweigerd.
Klager weigerde op 23 juni 2009 zijn medewerking te verlenen aan veiligheidsafspraken rondom het bezoek aan de specialist. Ook is geen medewerking verleend aan het bezoek aan het laboratorium. Door gebrek aan medewerking van klager is het lastig beleid
voeren. Gelukkig lijkt dit volgens de inrichtingsarts klinisch geen invloed te hebben. Doorgegaan zal worden, voor zover dat mogelijk wordt gemaakt, om klager te blijven monitoren.

3. De beoordeling
De beroepscommissie overweegt dat uit de stukken, en met name klagers medische gegevens, en de behandeling ter zitting volgt dat aan klager in de p.i. Tilburg medicatie met dezelfde werkzame stof is verstrekt als voorheen. Klager heeft geweigerd om mee
te werken aan transport naar het ziekenhuis en het laboratorium en heeft vele malen medicatie geweigerd. Wellicht is dit het gevolg van de niet optimale communicatie tussen klager en de medische dienst c.q. inrichtingarts en kan deze communicatie
worden
verbeterd.
Uit de medische gegevens is echter niet gebleken dat het handelen van en namens de inrichtingsarts niet adequaat zou zijn en in strijd zou zijn met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, drs. J.G.J. de Boer en drs. J.H.A.M.C. Schoenmaeckers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 15 januari 2010

secretaris voorzitter

Naar boven