Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/2879/GM, 14 januari 2010, beroep
Uitspraakdatum:14-01-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/2879/GM

betreft: [klager] datum: 14 januari 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de locatie Zwolle,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 5 oktober 2009 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 december 2009, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klaagster en haar raadsman mr. F.N. Dijkers.

De inrichtingsarts verbonden aan de locatie Zwolle heeft schriftelijk laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur, betreft het niet volledig verstrekken van klaagsters medicatie.

2. De standpunten van klaagster en de inrichtingsarts
Door en namens klaagster is de klacht als volgt toegelicht.
Klaagster heeft in verband met haar psychische, post traumatische, klachten behoefte aan gedegen medische zorg. Ze is vanaf het politiebureau in de locatie Zwolle geplaatst. Zij heeft toen vier dagen geen arts gesproken. In de inrichting was bij
binnenkomst geen psychiater of psycholoog aanwezig. Drie maanden tevoren was zij ook gedetineerd in de locatie Zwolle er werd wel haar volledige medicatie verstrekt. Ditmaal heeft dezelfde inrichtingsarts geweigerd om klager die medicatie te
verstrekken
die hij haar drie maanden geleden wel had verstrekt. Tussen de twee detenties is zij op straat beland.
Klaagster heeft chronische klachten. Vóór haar detentie verkreeg ze de medicatie via een herhalingsrecept van haar huisarts van het gezondheidscentrum De Heelhoek te Lelystad.
Dit heeft zij doorgegeven aan de locatie Zwolle.
Klaagster weet heel goed welke medicatie ze gebruikt en heeft dit bij binnenkomst in de inrichting direct aangegeven. Haar is geen viermaal vijf mg. Valium en antidepressiva verstrekt. Ook is haar geen viermaal daags de Ibuprofen verstrekt die ze
gewoonlijk gebruikt.
Door het niet volledig verstrekken van haar medicatie is ze heel angstig geworden.
De vraag is in hoeverre de inrichting heeft overlegd met haar vorige huisarts.
Ze heeft geen toestemming gegeven om haar medische gegevens op te vragen bij de forensisch psychiatrische kliniek (FPK) Assen omdat ze daar al anderhalf jaar weg was.

De inrichtingsarts heeft verwezen naar de bij de stukken gevoegde medische gegevens.

3. De beoordeling
De beroepscommissie overweegt dat uit de stukken en met name de medische gegevens volgt dat klaagster lange tijd, vóór haar laatste twee detenties, niet meer voor consult bij haar huisarts is geweest die de door haar gewenste medicatie heeft
voorgeschreven.
Voorts heeft zij toestemming geweigerd om haar medische gegevens op te vragen bij de FPK Assen. Dat klaagster drie maanden tijdens een eerdere detentie in de locatie Zwolle dezelfde inrichtingsarts heeft geconsulteerd, houdt niet in dat haar medische
toestand ongewijzigd zou zijn en dat haar dezelfde medicatie diende te worden voorgeschreven.
Het staat de inrichtingsarts vrij en het is immers de eigen verantwoordelijkheid van de inrichtingsarts om te bezien welke medicatie in de gegeven omstandigheden het meest adequaat zal zijn. Aan klaagster is overigens wel de noodzakelijk geachte
medicatie verstrekt.
De beroepscommissie is het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien van oordeel dat het handelen van de inrichtingsarts niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve ongegrond
worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, drs. L.E.M. Kleipool en drs. J.H.A.M.C. Schoenmaeckers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 14 januari 2010

secretaris voorzitter

Naar boven