Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/2671/GA, 12 januari 2010, beroep
Uitspraakdatum:12-01-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/2671/GA

betreft: [klager] datum: 12 januari 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 4 september 2009 van de alleensprekende beklagrechter bij de PI Tilburg,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 4 december 2009, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. H.M.S. Cremers, en J. Verdonschot, unit-directeur bij de PI Tilburg.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft – voor zover in beroep nog aan de orde – :
a. een disciplinaire straf van vier dagen opsluiting in een strafcel, wegens het voorhanden hebben van contrabande in de verblijfsruimte (een meerpersoonscel);
b. een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een andere verblijfsruimte dan een afzonderingscel voor de duur van veertien dagen, in afwachting van overplaatsing naar een andere inrichting terwijl lagers gedrag liet blijken van
ongeschiktheid voor een verblijf in een meerpersoonscel; en
c. het voorstel van de directeur tot herselectie voor een andere inrichting.

De beklagrechter heeft de onderdelen a en b van het beklag ongegrond verklaard en klager niet ontvankelijk verklaard ten aanzien van onderdeel c van het beklag; één en ander op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager geeft allereerst aan dat het beroep niet is gericht tegen de beslissing van de beklagrechter omtrent de klacht over eventuele toezegging door een medewerkster van het bureau Terugdringen Recidive.
Klager en de medegedetineerden die in de betreffende meerpersoonscel verbleven, zijn allen gestraft. Klager is ten gevolge hiervan overgeplaatst naar een andere inrichting. De andere gedetineerden zijn kort na dit voorval in vrijheid gesteld. Het in de
verblijfsruimte aangetroffen plakband was van klager. De afstandsbediening, de dartpijlen en de mobiele telefoons waren niet van klager. Klager heeft de directeur gevraagd om de SIM-kaarten van die telefoons uit te lezen. Daaruit zou dan zijn gebleken
dat die telefoons niet van klager waren en door hem nooit gebruikt zijn. De staafmixer lag met medeweten van het afdelingspersoneel in klagers verblijfsruimte. Die mixer was voor algemeen gebruik op de afdeling. Klagers overplaatsing is met name
vervelend voor zijn moeder. Zij woont in Geldrop en heeft geen eigen vervoer. In Tilburg mochten er tegelijkertijd vier personen op bezoek komen, in Grave nog maar drie. Daardoor wordt het voor zijn moeder moeilijker om mee te kunnen rijden. Zijn
moeder
bezoekt klager nu wel maar dat betekent dat een ander familielid dan niet op bezoek kan komen. Klager is feitelijk twee keer bestraft voor hetzelfde feit. Naast de disciplinaire straf, is hij ook uit zijn baantje van reiniger gezet. Klager is van
mening
dat de sancties met name betrekking hebben op de aangetroffen mobiele telefoons. Hij vraagt zich nog steeds af waarom de betreffende SIM-kaarten niet werden uitgelezen, dat is immers vaker gebeurd. De betreffende voorwerpen zijn aangetroffen in een
meerpersoonscel. Die cel kon overigens, omdat klager en zijn celgenoten afdelingsreinigers waren, alleen afgesloten worden door het personeel. Klager had daartoe die mogelijkheid niet. Op grond van het bepaalde in artikel 51, vijfde lid, van de Pbw,
moet er sprake zijn van individuele verwijtbaarheid, alvorens over kan worden gegaan tot oplegging van een disciplinaire straf. Die verwijtbaarheid is in dit geval niet getoetst door de directeur. Klager heeft als enige de zware consequenties moeten
ervaren. Hij is van mening dat de reactie van de directeur als onredelijk en disproportioneel moet worden bestempeld. Klager heeft, nadat de disciplinaire straf was ondergaan, twee weken in een regime als van een huis van bewaring verbleven.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Voor zover de directeur weet, zijn de betreffende SIM-kaarten niet uitgelezen. De op die kaarten aangetroffen nummers zouden voor de directeur geen aanleiding kunnen zijn voor het al dan niet opleggen van een sanctie. Alle in die verblijfsruimte
verblijvende gedetineerden zijn verantwoordelijk gehouden voor de daarin aangetroffen voorwerpen en hen is eenzelfde sanctie opgelegd. De reactie van de directeur zag inderdaad met name op het aantreffen van de mobiele telefoons. Het aantreffen van de
overige contrabande is wel meegenomen maar woog voor de directeur minder zwaar. Klager heeft steeds verklaard geen wetenschap te hebben gehad van de aanwezigheid van die telefoons. Bij dit soort feiten wordt evenwel door de directeur uitgegaan van een
gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle in die meerpersoonscel verblijvende gedetineerden. Die gezamenlijke verantwoordelijkheid levert vervolgens een individuele verwijtbaarheid op. Klager heeft tijdens de hem opgelegde ordemaatregel wel deel mogen
nemen aan het dagprogramma, maar hij kon geen gebruik maken van de regimaire vrijheden.

3. De beoordeling
Hetgeen in beroep ten aanzien van de onderdelen b en c van het beklag naar voren is gebracht, kan – voor zover een en ander is komen vast te staan – niet leiden tot een andere beslissing dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal daarom in zoverre
ongegrond worden verklaard, met bevestiging in zoverre van de uitspraak van de beklagcommissie.

Ten aanzien van onderdeel a van het beklag is aangevoerd dat het bepaalde in artikel 51, vijfde lid, van de Pbw, welk artikelonderdeel luidt: “Geen straf kan worden opgelegd , indien de gedetineerde voor het begaan van het feit als bedoeld in artikel
50, eerste lid, niet verantwoordelijk kan worden gesteld.”, in de weg staat aan een strafoplegging in een geval als het onderhavige.
Vast staat dat bij een celinspectie van klagers verblijfsruimte, welke verblijfsruimte hij deelde met meerdere gedetineerden, contrabande (waaronder met name twee mobiele telefoons) is aangetroffen. De beroepscommissie is van oordeel dat voormelde
artikellid er niet aan in de weg staat dat in beginsel alle in die verblijfsruimte ondergebrachte gedetineerden verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor de vondst van contrabande. Dat is slechts anders indien een (of meer) van de betreffende
gedetineerden geen enkel verwijt betreft. Die voorwaarde is naar het oordeel van de beroepscommissie in deze niet vervuld. Gelet daarop is de beslissing van de directeur om aan klager en zijn medegedetineerden de voornoemde disciplinaire straf op te
leggen bij, afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet onredelijk en onbillijk. Het beklag is daarom ongegrond en de beroepscommissie zal daarom de uitspraak van de beklagrechter bevestigen, met aanvulling van de gronden

Voor zover door en namens klager is aangevoerd dat er in de onderhavige zaak sprake zou zijn van een dubbele bestraffing, overweegt de beroepscommissie nog dat daarvan in dit geval geen sprake is. Het verlies van het baantje van afdelingsreiniger is
geen (disciplinaire) straf doch veeleer een gevolg van de omstandigheid dat aan klager een disciplinaire straf is opgelegd.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter, met aanvulling van de gronden ten aanzien van onderdeel a van het beklag.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 12 januari 2010

secretaris voorzitter

Naar boven