Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/0210/JB, 29 oktober 2009, beroep
Uitspraakdatum:29-10-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/210/JB

Betreft: [klager] datum: 29 oktober 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 78, eerste lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van,

[...], geboren op [1988], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 15 januari 2009 van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 25 maart 2009, gehouden in de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) De Heuvelrug, locatie Eikenstein te Zeist, zijn gehoord klager en de selectiefunctionaris [...] en [...], juridisch medewerker bij de Dienst
Justitiële Inrichtingen.

Klagers raadsvrouw mr. M.G. Pekkeriet heeft op 23 maart 2009 schriftelijk bericht dat zij verhinderd is om bij de zitting aanwezig te zijn. De raadsvrouw is akkoord gegaan met het voorstel om verslag op te maken van het horen van klager en haar
vervolgens in de gelegenheid te stellen om op dit verslag schriftelijk te reageren.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem in afwachting van herselectie over te plaatsen naar de opvangafdeling van de j.j.i. De Heuvelrug, locatie Eikenstein te Zeist ongegrond verklaard.

2. De feiten
Bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak van 5 juli 2006 is aan klager de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen opgelegd. Klager is met ingang van 9 juli 2007 opgenomen op de normaal beveiligde behandelafdeling van de
j.j.i.
Rentray te Lelystad. Vanuit deze inrichting is hij op 28 november 2008 overgeplaatst naar de opvangafdeling van de j.j.i. De Heuvelrug, locatie Eikenstein.

De alleensprekende beklagrechter bij de j.j.i. Rentray te Lelystad heeft bij uitspraak van 19 maart 2009, met het kenmerk 2008/048, het beklag van klager betreffende de overplaatsing naar de j.j.i. de Heuvelrug ongegrond verklaard. Klager heeft beroep
ingesteld. Klagers raadsvrouw, mr. M.G. Pekkeriet, heeft bij brief van 29 juni 2009 dit beroep ingetrokken, waardoor de uitspraak van de beklagrechter onherroepelijk is geworden.

3. De standpunten
Door en namens klager is het beroep tegen de beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager is het niet eens met het gestelde in de brief van de directeur van de inrichting aan het Ministerie van Justitie van 27 november 2008. In deze brief wordt er van uitgegaan dat hij de afpersing en bedreiging van groepsgenoot [A] heeft gepleegd.
Hij zou er geen moeite mee gehad hebben als er had gestaan dat hij verdacht wordt van het plegen van deze feiten. De directeur heeft alleen de verklaringen van de vrienden van [A] gehoord. [A] geeft zelf veel geld uit. Klager had van zijn moeder parfum
gekregen en dit is door Rentray achtergehouden. Ook het verhaal over het zelfgemaakte mesje en het adressenboekje is niet waar. De inrichting heeft deze dingen nooit kunnen vinden, omdat ze helemaal niet bestaan. De jeugdige [B], met wie klager de
feiten gepleegd zou hebben, is ook overgeplaatst. Klager weet niet wat [B] bij de directeur heeft verklaard. Klager kan wel begrijpen dat hij voor zijn eigen veiligheid is overgeplaatst.
Klager heeft beklag ingesteld bij de beklagcommissie en de uitspraak is in concept gereed en zal volgende week worden verzonden. Hij legt een exemplaar over van het proces-verbaal van verhoor door de voorzitter van de beklagcommissie bij de j.j.i. De
Heuvelrug., locatie Eikenstein, met verzoek dit in het dossier te voegen.
Klager is eerst naar de opvangafdeling van de j.j.i. Eikenstein overgeplaatst. De hele situatie gaf zo veel spanningen dat hij daar heeft geblowd. Hij was in Rentray al een heel eind met zijn traject en door de overplaatsing is hij dat helemaal kwijt
geraakt. Klager gebruikt al jaren geen cocaïne meer. Het blijft echter wel een riskant punt voor hem.
Volgens klager is het terecht dat hij eerder een correctieplaatsing heeft gekregen. Hij heeft destijds echter niet expres iemand geslagen.
Het gaat goed met klager in de j.j.i. De Hartelborgt al was het in Rentray beter. Hij had in Rentray een goed contact met de groepsleiding en de andere jeugdigen. Rentray ligt ook dichterbij zijn huis. Zijn moeder woont in Den Helder en zij kan nu niet
meer zo vaak op bezoek komen. Het plan is dat hij te zijner tijd in Almere gaat wonen. Het zal dan wel lastig zijn om in Rotterdam te werken.
Bij brief van 21 april 2009 heeft klagers raadsvrouw de volgende toelichting gegeven.
Klager meent dat door de brief van de directeur van de inrichting ten onrechte wordt gesuggereerd dat het feit al is bewezen. Klager ontkent alle betrokkenheid bij de afpersing en de bedreiging. Klager zou eigenlijk dan ook wel tevreden zijn als de
inhoud van de brief van de directeur op dit belangrijke punt wordt aangepast. Hoewel klager kan begrijpen dat hij ook voor zijn eigen veiligheid is overgeplaatst, waren er ook andere minder ingrijpende mogelijkheden. Bijvoorbeeld een gesprek met de
groep om zaken op te helderen of eerst een onderzoek alvorens conclusies te trekken en hem en een andere groepsgenoot over te plaatsen.
Door deze overplaatsing is klager ernstig in zijn belangen geschaad. Zijn traject bij Rentray was al in een vergaand stadium. Hij zal nu opnieuw moeten beginnen. Klager kan niet rijmen dat hij voor iets dat hij niet heeft gedaan, op deze manier wordt
benadeeld.

Namens de Staatssecretaris wordt het volgende aangevoerd.
Klager is op 9 juli 2007 opgenomen in een behandelafdeling van de j.j.i Rentray, locatie Lelystad. De directeur heeft op 27 november 2008 verzocht hem over te plaatsen naar een opvangafdeling en in het kader van herselectie aan te melden bij een
behandelafdeling. Klager is de volgende dag overgeplaatst naar een opvangafdeling van de j.j.i. De Heuvelrug., locatie Eikenstein. Hij is begin februari 2009 in een behandelafdeling van de j.j.i. De Hartelborgt te Spijkenisse geplaatst.

Voorafgaande aan de brief van 27 november 2008 heeft nog telefonisch overleg met de directeur van Rentray plaatsgevonden. Bij brief van 3 december 2008 heeft de directeur geadviseerd inzake de herselectie van klager. Voorts zit er in het dossier een
melding bijzonder voorval. De selectiefunctionaris heeft in redelijkheid op de zeer gedetailleerde inlichtingen van de directeur mogen afgaan en kunnen beslissen tot overplaatsing en herselectie van klager. Ook moest rekening worden gehouden met
eventuele wraakacties van klager en [B] richting het slachtoffer [A]

Overplaatsingsverzoeken worden door de selectiefunctionaris zeer kritisch bekeken. Er vindt meestal eerst telefonisch overleg plaats. Na ontvangst van een overplaatsingsverzoek vindt nogmaals telefonisch overleg plaats en wordt besproken of er geen
ander mogelijkheid is dan overplaatsing. Een overplaatsing is niet in het belang van de jeugdige en ook niet van de inrichting. Het komt voor dat een overplaatsingsverzoek van de inrichting niet wordt gehonoreerd.
In een zaak als deze zou aangifte kunnen worden gedaan. Het is niet bekend of dit is gebeurd. Klagers medeverdachte [B] is ook overgeplaatst. Hij heeft ook beklag bij de beklagcommissie ingesteld. Volgens een uitspraak van de beroepscommissie is echter
geen beroep mogelijk tegen het verzoek om herselectie van de directeur.

Uit telefonische informatie van de j.j.i. de Hartelborgt kwam naar voren dat er ten aanzien van klager geen incidenten hebben plaatsgevonden, er is éénmaal een positieve urinecontrole geweest. Klager ontwikkelt zich positief. Als deze lijn zich
voortzet
komt hij binnenkort in aanmerking voor verlof. Proefverlof zou te zijner tijd ook in de regio van Den Helder kunnen plaatsvinden.

4 De beoordeling
Klager ondergaat de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen. Hiervoor zijn de behandelinrichtingen bestemd. In afwachting van herselectie kan ingevolge artikel 9, tweede lid, onder d, Bjj plaatsing in een opvanginrichting
plaatsvinden.

De directeur van Rentray, locatie Lelystad heeft op 27 november 2008 de selectiefunctionaris verzocht om klager over te plaatsen in verband met het belang van de orde en veiligheid in de inrichting. Begin december 2008 heeft de directeur de
selectiefunctionaris geadviseerd omtrent de herselectie van klager.

De beroepscommissie is van oordeel dat de selectiefunctionaris ten tijde van het nemen van de beslissing in redelijkheid op de door de directeur in dat kader verstrekte inlichtingen heeft mogen afgaan en kunnen beslissen tot overplaatsing en
herselectie
van klager. Uit die inlichtingen komt naar voren dat klager verdacht wordt van afpersing van een groepsbewoner. In het belang van de orde en veiligheid kon klager niet meer in de inrichting verblijven.
De beslissing van de selectiefunctionaris kan daarom, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet onredelijk of onbillijk worden genoemd.

De directeur van Rentray heeft bij brief van 27 april 2009 de selectiefunctionaris als volgt geïnformeerd:
‘Middels dit schrijven geven wij een aanvulling op eerder schrijven van ons d.d. 27-11-2008, waarin wij verzoeken om een overplaatsing van bovengenoemde jeugdige. In dit schrijven staat vermeld dat [klager] daadwerkelijk handelingen heeft verricht
waaruit zijn betrokkenheid bij de afpersingen blijkt. Op basis van de verkregen informatie is dit echter niet met stellige zekerheid te zeggen. Wel hebben de eerder genoemde gebeurtenissen ons doen besluiten op basis van de orde en veiligheid binnen de
instelling een verzoek tot overplaatsing voor [klager] en een groepsgenoot te doen aanvragen.’

De beroepscommissie acht het van groot belang dat de door de inrichting opgestelde rapportages over soortgelijke incidenten zeer voorzichtig geformuleerd worden, zeker als de toedracht van het gebeurde nog onvoldoende vaststaat. Het is vooral voor het
verdere detentieverloop van een jeugdige belangrijk dat zijn dossier geen valselijke beschuldigingen van strafbare gedragingen bevat.

3. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. J. Calkoen-Nauta, voorzitter, prof. dr. J. Junger-Tas en drs. H.P.J. Vos, leden, bijgestaan door mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 29 oktober 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven