Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/2051/GA, 4 januari 2010, beroep
Uitspraakdatum:04-01-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Post  v

Uitspraak

nummer: 09/2051/GA

betreft: [klager] datum: 4 januari 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van het detentiecentrum Alphen aan den Rijn,

gericht tegen een uitspraak van 21 juli 2009 van de beklagcommissie bij voormeld detentiecentrum, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 27 november 2009, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn van het detentiecentrum Alphen aan den Rijn gehoord [...], plaatsvervangend locatiedirecteur, en [...], coördinator beklagzaken. Klagers
woon- of verblijfplaats is niet bekend.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de te late uitreiking van post van de commissie van toezicht en de advocaat van klager.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager stelt dat een brief van de commissie van toezicht, die op 15 mei 2009 is ingeschreven en op 18 mei 2009 bij de bevolkingsadministratie is
binnengekomen, pas op 22 mei 2009 is uitgereikt. Klager heeft niet eerder contact hierover opgenomen met zijn afdelingshoofd. Hierdoor is het niet mogelijk geweest op korte termijn en op adequate wijze te reageren.
De binnenkomende post wordt nog dezelfde dag, dan wel een dag later, aan de gedetineerde uitgereikt. De post van zaterdag wordt op maandag uitgereikt. Wanneer in uitzonderlijke gevallen niemand van de afdeling komt om de post op te halen, wordt er een
e-mail naar de medewerkers verstuurd. Wordt daarop nog steeds geen actie ondernomen, dan wordt dit telefonisch doorgegeven aan de wachtcommandant van dienst, die erop toeziet dat de uitreiking alsnog plaatsvindt. De geprivilegieerde post wordt
geregistreerd bij de bevolkingsafdeling. In de periode dat de post van klager te laat zou zijn uitgereikt, hebben geen andere gedetineerden geklaagd over de postbezorging. De correspondentie van zijn advocaat waar klager in het algemeen over klaagt, is
niet specifiek in het klaagschrift benoemd. De tegemoetkoming van € 20,= is buitenproportioneel aangezien niet is gebleken dat klager ernstig nadeel heeft ondervonden.
Ter zitting van de beklagcommissie heeft klager een stapel brieven laten zien. De directeur heeft deze niet kunnen bekijken.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Ter zitting van de beroepscommissie heeft de directeur uiteengezet hoe de procedure van de uitreiking van poststukken verloopt. Post wordt nog diezelfde dag of een dag later uitgereikt. Indien de post niet wordt opgehaald, wordt de afdeling gemaild.
Wordt nog steeds de post niet opgehaald, dan wordt de wachtcommandant van dienst gebeld, die erop toeziet dat de post alsnog wordt uitgereikt. De beroepscommissie is van oordeel dat de directeur met deze gang van zaken op zorgvuldige wijze invulling
geeft aan zijn zorgplicht. Door klager zijn geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat ondanks bovenstaande procedure de post hem te laat bereikt. De ter zitting van de beklagcommissie door klager getoonde brieven zijn niet overgelegd aan de
beroepscommissie. De beroepscommissie acht voldoende aannemelijk dat in het geval van klager overeenkomstig de door de directeur geschetste gang van zaken is gehandeld. Gelet hierop is het beroep van de directeur gegrond. De uitspraak van de
beklagcommissie zal worden vernietigd en het beklag zal alsnog ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.H. de Wild, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van
R. Kokee, secretaris, op 4 januari 2010

secretaris voorzitter

Naar boven