Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/2703/GA, 4 januari 2010, beroep
Uitspraakdatum:04-01-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/2703/GA

betreft: [klager] datum: 4 januari 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 10 september 2009 van de beklagcommissie bij de locatie Over Amstel te Amsterdam

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 27 november 2009, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam, is klager gehoord. De directeur van de locatie Over Amstel heeft schriftelijk bericht niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van zes dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, waarvan drie dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie maanden, wegens het uitschelden van een personeelslid en het verstoren van
de orde en rust op de afdeling.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De directie heeft zich niet aan de afspraak gehouden. De beklagcommissie heeft klager geweigerd een getuige te laten horen. De directie houdt het
personeel een hand boven het hoofd. Tijdens de rapportage heeft een personeelslid zich kenbaar gemaakt als de unit-directeur, [A], terwijl klager weet wie de echte directeur is en dat was niet de persoon die zich aan hem voorstelde. Klager weet niet
wie
de personen zijn die de schriftelijke mededeling van de disciplinaire straf hebben ondertekend.
Klager heeft tegen het personeelslid gezegd “je gedraagt je als een mafkees” en niet “rot op klootzak”. Het bevreemdt klager dat de Surinaamse bewaarder die er bij stond geen rapport heeft opgemaakt. Hij kan klagers verhaal bevestigen. Degene die zich
voorstelde als de heer [A], zei dat er een onderzoek zou volgen en als klagers verhaal juist zou zijn, hem geen disciplinaire straf zou worden opgelegd. De weergave van het incident in het rapport klopt niet.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 5, vierde lid, onder h, van de Pbw is de oplegging van een disciplinaire straf voorbehouden aan de directeur. Uit de schriftelijke mededeling van de opgelegde straf is niet duidelijk wie de bestreden beslissing heeft ondertekend.
De
namen zijn doorgestreept en niet meer leesbaar. Nu de directeur zonder opgaaf van redenen niet op de zitting is verschenen, kan de beroepscommissie de daarover bij haar levende vragen niet aan de directeur stellen. Dit geldt eveneens ten aanzien van
klagers stelling dat iemand anders zich als de directeur heeft voorgedaan. Ook blijft onbestreden klagers stelling dat zou zijn toegezegd dat onderzoek naar de gebeurtenissen zou worden gedaan. Het vorenstaande moet ertoe leiden dat het beroep gegrond
dient te worden verklaard. De beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren. Nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing niet meer hersteld kunnen worden, is een tegemoetkoming
aangewezen. De beroepscommissie stelt deze vast op € 22,50.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 22,50.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.H. de Wild, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van
R. Kokee, secretaris, op 4 januari 2010

secretaris voorzitter

Naar boven