nummer: 09/2410/GA
betreft: [klager] datum: 31 december 2009
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 21 augustus 2009 van de beklagcommissie bij de gevangenis Veenhuizen,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde gevangenis in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. N.A. Heidanus om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een aan alle gedetineerden opgelegde ordemaatregel van uitsluiting van het dagprogramma voor de duur van een uur en drie kwartier wegens een personeelsbijeenkomst.
De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. De grondslag voor de ordemaatregel is in deze in strijd met de redelijkheid en billijkheid geweest. Volgens klager is de maatregel uitgevaardigd in
verband met een personeelsfeestje en uiteraard kan dit geen reden zijn voor een ordemaatregel, laat staan dat het noodzakelijk is geweest voor de orde en veiligheid in de inrichting. De noodzaak tot afzondering is onvoldoende onderbouwd c.q. niet
gerechtvaardigd. In ieder geval had een passende compensatie geboden kunnen worden.
De directeur heeft daarop geantwoord als tegenover de beklagcommissie.
3. De beoordeling
Een gedetineerde kan zich met vrucht beklagen over een algemene maatregel onder meer als die maatregel in strijd is met hogere regelgeving en dat is hier het geval.
De aanhef van de schriftelijke mededeling van de onderhavige ordemaatregel vermeldt weliswaar als grondslag artikel 24 Pbw, maar die mededeling spreekt verder slechts over een eerder eindigend dagprogramma in verband met een personeelsbijeenkomst.
Daarmee is niet voldaan aan de criteria, die artikel 24 Pbw in samenhang met artikel 23 van die wet stelt aan een ordemaatregel en moet de conclusie luiden dat die maatregel strijdig is met de wet.
Gelet op de omstandigheden van het geval, waaronder het feit dat klager op bedoelde dag zijn bezoek ondanks die maatregel ongestoord heeft kunnen ontvangen, worden er geen redenen voor een tegemoetkoming aanwezig geacht.
De beroepscommissie merkt nog op dat, wil een directeur om bijzondere/organisatorische redenen een personeelsbijeenkomst beleggen tengevolge waarvan het dagprogramma niet volledig uitgevoerd kan worden, hij dat tevoren met de gedetineerden dient te
bespreken, bijvoorbeeld onder aanbieding van enige vorm van compensatie.
De beslissing luidt als volgt.
4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart dit beklag gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager geen tegemoetkoming toekomt.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr.
L. Kersten, secretaris, op 31 december 2009
secretaris voorzitter