Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/3179/GB, 28 december 2009, beroep
Uitspraakdatum:28-12-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/3179/GB

Betreft: [klager] datum: 28 december 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 10 november 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) met regimair verlof afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 2 april 2005 gedetineerd. Vanaf maart 2007 heeft klager zich gedurende twee jaar onttrokken aan zijn detentie. Hij verblijft in de locatie Westlinge met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau als bedoeld
in artikel 20, tweede lid, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager wordt al acht maanden gestraft voor het feit dat hij in 2007 zich heeft onttrokken aan zijn detentie in verband met de gezondheidstoestand van zijn vader. Hij komt niet in aanmerking voor
algemeen verlof. Klager krijgt geen kans zich te bewijzen. Klager werkt mee aan Terugdringen Recidive (TR). In de vorige inrichting is afgesproken dat klager een intakegesprek zou voeren in De Waag en een budgetteringscursus zou volgen. Klager heeft in
de huidige inrichting maar één keer een gesprek gehad met de TR-begeleider. Het Openbaar Ministerie heeft negatief geadviseerd omtrent klagers verzoek om algemeen verlof, maar positief omtrent een plaatsing in een b.b.i. Klager begrijpt niet waarom de
directeur van de inrichting dit laatste advies niet volgt. Klager ontkent tijdens zijn ontvluchting een nieuw delict te hebben gepleegd. Klager wordt weliswaar verdacht, maar is hier nog niet voor veroordeeld. De selectiefunctionaris is van verkeerde
informatie voorzien. Er wordt niet gekeken naar het leven dat klager tijdens zijn ontvluchting heeft opgebouwd. Klager heeft zijn gezin al weken niet gezien. Gelet op klagers gedrag in de inrichting is er geen enkele reden hem geen regimair verlof toe
te kennen. Klager wil het beroep graag mondeling toelichten.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Klager is in maart 2007 na een verlof niet teruggekeerd. Op 21 maart 2009 is hij weer aangehouden. Klager wordt ervan verdacht tijdens zijn onttrekking een
nieuw strafbaar feit te hebben gepleegd. Klager is hiervoor veroordeeld, maar heeft hoger beroep ingesteld. Zowel het Openbaar Ministerie als de directeur van de inrichting hebben bezwaar tegen het verlenen van vrijheden. Er is geen vertrouwen in een
goed verloop van het verlof vanwege de lange en recente ontvluchting en vanwege de verdenking van het plegen van een nieuw strafbaar feit.

4. De beoordeling
4.1. De beroepscommissie acht zich voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen en wijst het verzoek van klager om te worden gehoord af.

4.2. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.3. In de toelichting op dit artikel (Staatscourant 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving
een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.4. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Daarbij is, wat er zij van de positieve
ontwikkeling die klager naar hij stelt thans doormaakt, van belang dat klager zich gedurende een lange periode heeft ontrokken aan zijn detentie en ervan wordt verdacht tijdens die onttrekking een nieuw delict te hebben gepleegd waarvoor hij thans
wordt
vervolgd. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 28 december 2009

secretaris voorzitter

Naar boven