Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/3345/GB, 24 december 2009, beroep
Uitspraakdatum:24-12-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/3345/GB

Betreft: [klager] datum: 24 december 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 18 november 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Hoogvliet ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 5 mei 2009 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b.) Zoetermeer. Op 6 november 2009 is hij overgeplaatst naar de gevangenis Hoogvliet, waar een regime van algehele gemeenschap geldt. Op 4 december 2009 is klager
overgeplaatst naar de gevangenis De IJssel te Krimpen aan den IJssel.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager is bedreigd door medegedetineerden naar aanleiding van geruchten over kindermisbruik. Deze geruchten zijn zeer waarschijnlijk door het personeel verspreid. Klager is afgezonderd en moet zijn
hele detentie vrezen voor zijn veiligheid. Sinds de bedreigingen leeft klager voortdurend in angst. Hij voelt zich aan zijn lot overgelaten. Klager wil zo snel mogelijk weggeplaatst worden uit de gevangenis Hoogvliet. Voor klager is een terugplaatsing
naar het h.v.b. Zoetermeer het beste. Als tweede keus stelt klager een plaatsing voor in Alphen aan den Rijn of Krimpen aan den IJssel. Klager is in eerste aanleg veroordeeld, maar zou nog in een huis van bewaring kunnen verblijven. Zijn bezoek is
woonachtig in Zoetermeer en klager gaat na zijn detentie in Zoetermeer wonen en werken. De ouders van klager zijn niet in staat om hem te bezoeken in de gevangenis Hoogvliet. In de gevangenis Hoogvliet is geen geestelijk verzorger aanwezig.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Op 15 oktober 2009 ontving de selectiefunctionaris een selectieadvies voor plaatsing van klager in de regio Rotterdam. Klager is het niet eens dat hij in een andere
inrichting dan in de p.i. Zoetermeer wordt geplaatst. De p.i. Zoetermeer zal op korte termijn een groot deel van zijn gevangeniscapaciteit moeten inleveren als gevolg van het masterplan. Indien klager in de p.i. Zoetermeer zou worden geplaatst, zou hij
voor het einde van het jaar weer overgeplaatst moeten worden. Om te veel en te snelle overplaatsingen te voorkomen, is klager geplaatst in de gevangenis Hoogvliet. De afstand tussen Zoetermeer en Hoogvliet bedraagt 45 kilometer, een afstand die
alleszins redelijk kan worden geacht. Uit een medische verklaring blijkt dat de vader van klager om medische redenen niet in staat is om ver te reizen. Uit een andere medische verklaring blijkt dat de moeder van klager niet in staat is langdurig met
het
openbaar vervoer te reizen. Een afstand van Zoetermeer naar Hoogvliet is geen lange reisafstand. Uit navraag is gebleken dat het BSD niets heeft vernomen met betrekking tot eventuele bedreigingen. Na een veroordeling in eerste aanleg dient een
gedetineerde zo spoedig mogelijk in een voor hem passend regiem te worden geplaatst.

4. De beoordeling
4.1. De beroepscommissie verstaat het beroep van klager als te zijn gericht tegen zijn overplaatsing van een h.v.b. naar een gevangenis.

4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld kan op grond van artikel 10, eerste lid, van de Pbw in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst. Op grond van artikel 15, eerste lid tweede volzin, van de Pbw kan van
het
bepaalde omtrent de bestemming worden afgeweken op gronden gelegen in de persoon van betrokkene.

4.3. Door klager zijn geen hem betreffende omstandigheden aangevoerd die een wegplaatsing vanuit een h.v.b. naar een gevangenis in de weg zouden staan. De reisafstand vanuit Zoetermeer is niet dusdanig dat bezoek daarmee onmogelijk is geworden. De
selectiefunctionaris heeft in redelijkheid tot het oordeel kunnen komen dat klager niet geplaatst kan worden in de gevangenis Zoetermeer gelet op het feit dat bij plaatsing daar op korte termijn weer een wegplaatsing zou moeten plaatsvinden. Klager is
bovendien inmiddels overgeplaatst naar de gevangenis De IJssel te Krimpen aan den IJssel. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan derhalve, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als
onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
Het beroep is ongegrond.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 24 december 2009

secretaris voorzitter

Naar boven