Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/3232/GV, 22 december 2009, beroep
Uitspraakdatum:22-12-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/3232/GV

betreft: [klager] datum: 22 december 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. V.P.J. Tuma, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 12 november 2009 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De bewoners van beide verlofadressen hebben aan de politie te kennen gegeven akkoord te gaan met het verblijf van klager. Zij hebben daartoe dan ook formulieren ingevuld en ondertekend. Dat de bewoners van deze verlofadressen klager niet of nauwelijks
zouden kennen is onjuist. Op het verlofadres in Tilburg wonen de grootouders van een vriend van klager die hij vanaf zijn jeugd kent. Op het verlofadres in Gaanderen woont de vader van een relatie van klager. Bovendien ziet klager niet in waarom de
omstandigheid dat de bewoners van de door klager opgegeven verlofadressen klager niet goed zouden kennen, een reden kan vormen om te komen tot de conclusie dat er geen sprake zou zijn van een aanvaardbaar verlofadres c.q. dat er geen vertrouwen is in
een goed verloop van het verlof. In artikel 1 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna: de Regeling) is opgenomen dat het verlofadres het adres is waar de gedetineerde tijdens verlof blijft en bereikbaar is. In de toelichting op dit
artikel is opgenomen dat het verlofadres beoogt dat de verlofganger gedurende het verlof redelijkerwijs telefonisch en in persoon aan te treffen moet zijn. Uit deze definitie volgt niet dat voor een aanvaardbaar verlofadres als voorwaarde geldt dat de
hoofdbewoner klager moet kennen. Beide verlofadressen voldoen aan het voornoemde artikel. Bovendien is er in de bestreden beslissing geen melding gemaakt van contra-indicaties ten aanzien van het verlofadres. Het verlenen van verlof zal niet leiden tot
maatschappelijke onrust. Klager zal in 2010 in vrijheid worden gesteld. Niet valt in te zien waarom het verlenen van verlof thans niet goed zal verlopen terwijl klager over enige tijd aan de maatschappij zal worden blootgesteld.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager heeft twee verlofadressen overgelegd. Bij het verlofadres in Gaanderen bleek na onderzoek van de politie dat klager geen bekende is van de bewoners, wel kent klager de zoon van de bewoners. Deze zoon is momenteel gedetineerd. Bij het verlofadres
in Tilburg bleek ook na onderzoek van de politie dat de bewoners klager niet kennen. Er woont wel een familielid dat klager vaag kent. De bewoners wisten wel dat klager een verlofadres zocht, niet dat klager gedetineerd was. In beide gevallen heeft de
politie een negatief advies gegeven met betrekking tot het verlofadres. De Staatssecretaris heeft het verlof dan ook afgewezen op grond van het ontbreken van een aanvaardbaar verlofadres.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de gevangenis Ter Apel heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.
De politie Gaanderen en Tilburg hebben een negatief advies afgegeven met betrekking tot verlofverlening.

3. De beroordeling
Klager is in eerste aanleg veroordeeld, wegens deelneming aan een criminele organisatie, diefstal met geweldpleging, afpersing, witwassen en overtreding van de Opiumwet. Klagers fictieve einddatum valt op of omstreeks 4 november 2010.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal zes verlofaanvragen indienen.

Klagers verlofaanvraag is afgewezen omdat hij niet beschikt over een goedgekeurd verlofadres. De politiefunctionarissen van Gaanderen en Tilburg hebben beide verlofadressen afgekeurd, omdat op beide verlofadressen de bewoners klager niet of nauwelijks
kenden. In artikel 1, sub t, van de Regeling is opgenomen dat een verlofadres het adres is waar de gedetineerde tijdens zijn verlof verblijft en bereikbaar is. In de toelichting van dit artikel is opgenomen dat de verlofganger op het verlofadres niet
continu aanwezig en bereikbaar hoeft te zijn. Wel moet de verlofganger gedurende het verlof redelijkerwijs telefonisch en in persoon aan te treffen zijn. Uit dit artikel volgt niet dat de bewoners van het verlofadres klager zouden moeten kennen. Nu de
bewoners van de twee door klager opgegeven verlofadressen beiden hebben aangegeven akkoord te gaan met het verblijf van klager in hun huis tijdens verlof valt niet in te zien waarom de door klager opgegeven verlofadressen niet aanvaardbaar zouden zijn.
Tegen deze achtergrond is de beroepscommissie van oordeel dat de afwijzende beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, als onredelijk of onbillijk moet worden aangemerkt. Het beroep zal daarom gegrond
worden verklaard. De Staatssecretaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak en binnen een termijn van twee weken na deze uitspraak. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van
een tegemoetkoming aan klager.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Staatssecretaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. van Alff, secretaris, op 22 december 2009

secretaris voorzitter

Naar boven