Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1346/GA, 9 november 2009, beroep
Uitspraakdatum:09-11-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/1346/GA

betreft: [klager] datum: 9 november 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 24 mei 2009 van de beklagcommissie bij de gevangenis/ISD Zoetermeer,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 16 oktober 2009, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Rijnmond te Rotterdam, zijn gehoord klager en , unit-directeur van de gevangenis/ISD Zoetermeer.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. het zonder toestemming verwijderen van aansluitpunten op een door klager ingevoerde radio (G181/409) en;
b. het op 7 april 2009 niet beschikbaar zijn van vervoer naar de rechtbank in verband met een (pro forma) zitting (G182/409).

De beklagcommissie heeft onderdeel a. van het beklag ongegrond verklaard en klager niet ontvankelijk verklaard in zijn beklag ten aanzien van onderdeel b., één en ander op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
In de radio zit geen apparatuur waarmee opnames gemaakt kunnen worden. Er is een ‘out’ waarmee het geluid van bijvoorbeeld een televisie versterkt kan worden. Inhoudelijk verwijst klager naar de gebruiksaanwijzing van de betreffende radio.
Er was geen vervoer geregeld. Een week later is klager alsnog naar de rechtbank gegaan.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep als volgt toegelicht.
De mp3- en Ipod-aansluitingen zijn onklaar gemaakt. Technisch gezien is het mogelijk om door middel van de aansluitingen opnames te maken. Randapparatuur dat daarvoor nodig is, is in de inrichting niet toegestaan. Gezien de technische ontwikkelingen
kunnen ook met de aansluitingen opnames gemaakt worden. De aansluitingen zijn dan ook onklaar gemaakt. Vaak wordt achter de feiten aangelopen. Daarom is het personeel meer alert. De aansluitingen kunnen hersteld worden.
De rechtbank regelt het vervoer. De rechtbank had geen zogenoemd BOT-vervoer geregeld. Daarom kon klager niet mee.

3. De beoordeling
Ten aanzien van onderdeel a. van het beklag overweegt de beroepscommissie dat een USB-poort dan wel een I-Pod- aansluiting aansluitpunten zijn voor de weergave van geluid van bijvoorbeeld een televisie. Dat niet wil zeggen dat de betreffende radio
daardoor is voorzien van een opnamemogelijkheid. De omstandigheid dat een USB-poort gebruikt kan worden om een opslagmedium (een USB-stick of mp3-speler) aan te sluiten op de radio is daarvoor onvoldoende. In dat geval zou immers die radio moeten
beschikken over de mogelijkheid om vanaf de radio op de USB-stick data (in casu geluidsopnamen) op te slaan. Noch uit het onderzoek ter zitting, noch uit de overgelegde originele gebruikshandleiding, kan blijken dat een dergelijke mogelijkheid op die
radio voorhanden was.
Gelet daarop was de verwijdering van de betreffende USB-poort en aansluitpunten niet noodzakelijk in het kader van het daaromtrent bepaalde in de huisregels. Dat maakt dat de uitspraak van de beklagcommissie niet in stand kan blijven en dat dit
onderdeel van het beklag alsnog gegrond moet worden verklaard.
Nu de gevolgen van de bestreden beslissing ongedaan gemaakt kunnen worden en de beroepscommissie er vanuit gaat dat – nadat de radio op kosten van de directeur in oude staat is hersteld – toestemming zal worden gegeven voor de invoer van de onderhavige
radio, acht de beroepscommissie geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

Hetgeen in beroep is aangevoerd ten aanzien van onderdeel b. kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve in zoverre ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van onderdeel a. van het beklag gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag gegrond.
Zij verklaart het beroep ongegrond ten aanzien van onderdeel b. van het beklag en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.H. de Wild, voorzitter, dr. M.M. Boone en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 9 november 2009

secretaris voorzitter

Naar boven