Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/3288/SGA, 1 december 2009, schorsing
Uitspraakdatum:01-12-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/3288/SGA

Betreft: [klager] datum: 1 december 2009

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. K. Blonk, namens

[...], verder verzoeker te noemen, momenteel verblijvende in de landelijke afzonderingsafdeling (laa) te Vught.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissingen van de directeur van het huis van bewaring (h.v.b.) Almere-Binnen d.d. 21 november 2009, inhoudende
1) de oplegging van een ordemaatregel van afzondering in een afzonderingscel, voor de duur van veertien dagen, ingaande op 21 november 2009 om 3.15 uur en eindigende op 5 december 2009 om 3.15 uur, welke ordemaatregel bovendien
2) ten uitvoer zal worden gelegd op de laa te Vught.
Deze beslissingen zijn genomen op grond van zwaarwegend advies van de Officier van Justitie te Amsterdam.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift d.d. 25 november 2009 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur d.d. 26 november 2009.
Bij beslissing van 27 november 2009 heeft de voorzitter de verdere behandeling van het schorsingsverzoek aangehouden en de directeur verzocht een nadere motivering te geven voor de bestreden beslissingen. De directeur heeft op 30 november 2009
schriftelijk nadere inlichtingen gegeven, welke door de voorzitter ter kennisneming zijn verzonden aan klager en zijn raadsman.

1. De standpunten van verzoeker en van de directeur
Namens verzoeker is aangevoerd dat de motivering van de beslissingen van de directeur uitermate vaag en onduidelijk is, waardoor niet getoetst kan worden of er wel gronden zijn voor de beslissing tot afzondering alsmede voor de tenuitvoerlegging ervan
in de laa te Vught. In een aanvullend schrijven geeft de raadsvrouw aan van de parketsecretaris namens de Officier van Justitie te hebben vernomen dat de reden voor het advies tot afzondering is geweest dat verzoeker bedreigd zou worden. Dit is des te
meer reden om tot schorsing over te gaan. Het zou zeer onredelijk zijn als verzoeker in afzondering op de laa wordt geplaatst, omdat hij bedreigd wordt. Bovendien zijn er minder verstrekkende middelen mogelijk. De omstandigheden van de laa hebben nu
meer het karakter van een strafmaatregel dan van bescherming.

De directeur heeft onder meer het volgende naar voren gebracht. De plaatsing is geschied op grond van zwaarwegend advies van de Officier van Justitie te Amsterdam. Reden voor deze overplaatsing is dat er actuele informatie was binnengekomen, over de
herkomst waarvan wegens zwaarwegende belangen geen nadere informatie kan worden verstrekt, dat er een bedreiging tegen het leven van verzoeker was geuit.
De informatie over deze bedreiging kan als actueel en betrouwbaar worden aangemerkt.
Verzoek was tevens om verzoeker te plaatsen in een inrichting waarbij zijn veiligheid gewaarborgd is.

In zijn nadere (schriftelijke) inlichtingen heeft de directeur verwezen naar de inhoud van een rapport van het Gedetineerden rechercheinformatiepunt (Grip) van 27 november 2009.

2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar
het
oordeel van de voorzitter is dat niet het geval, uit het door de directeur overgelegde Grip-rapport worden de bestreden beslissingen – nog steeds naar het voorlopig oordeel van de voorzitter – voldoende onderbouwd. Het verzoek zal daarom worden
afgewezen.

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.

Aldus gegeven door mr. J. Lamens, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 1 december 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven