Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/2614/GB, 7 december 2009, beroep
Uitspraakdatum:07-12-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/2614/GB

Betreft: [klager] datum: 7 december 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 9 september 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te over te plaatsen naar de gevangenis BGG te Vught ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 17 december 2003 gedetineerd. Hij verbleef sinds 18 februari 2009 in de LABG Demersluis te Amsterdam, waar een individueel regime geldt. Op 24 juli 2009 is hij overgeplaatst naar de gevangenis BGG te Vught, waar een regime van beperkte
gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep - kort en zakelijk weergegeven - als volgt toegelicht.
Klager spreekt gebeurtenissen, bevindingen en rapporten uit het selectieadvies tegen. Hij geeft daarbij aan dat hij in een gevangenis met een algeheel regime geplaatst wil worden, aangezien alle verhalen fictie zijn.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager werd voorgesteld voor uitplaatsing uit de LABG. In principe volgt op een dergelijke selectie een plaatsing in een regime van beperkte gemeenschap. Dit om de gedetineerde nog enige tijd goed te kunnen volgen en omdat de overgang van een
LABG-regime naar een regime van algehele gemeenschap een grote stap is. Daarnaast is klager op basis van zijn gedrag vooralsnog ongeschikt voor een verblijf in een inrichting met een regime van algehele gemeenschap. Hierbij is ook zijn strafrestant
betrokken.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis BGG te Vught is een inrichting voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in hoger beroep is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Een (al dan niet onherroepelijk) tot gevangenisstraf veroordeelde dient te worden geplaatst in een inrichting met een regime van algehele gemeenschap, tenzij hiervoor op grond van de persoonlijkheid en/of het gedrag van de betrokkene gewichtige
contra-indicaties bestaan.
Klager heeft gedurende deze detentie meerdere keren in een regime van beperkte gemeenschap verbleven. Sinds 18 februari 2009 verbleef klager op een LABG. Op 20 juli 2009 heeft de inrichting voorgesteld klager over te plaatsen naar een inrichting met
een
regime van beperkte gemeenschap.
De selectiefunctionaris is van oordeel dat klager eerst enige tijd in een regime van beperkte gemeenschap moet verblijven, om vervolgens te beoordelen of klager geschikt kan worden bevonden voor verblijf in een regime van algehele gemeenschap. Buiten
het feit dat dit een gebruikelijke gang van zaken is, is er op grond van klagers persoonlijkheid, gedrag en betrokkenheid bij diverse incidenten, zoals gebruik van fysiek geweld tegen een p.i.w.-er en een medegedetineerde, reden om aan te nemen dat
klager nog niet geschikt is voor een verblijf in een inrichting met een regime van algehele gemeenschap. De in het selectieadvies verstrekte gegevens kunnen in redelijkheid worden aangemerkt als een contra-indicatie in bovenbedoelde zin. Daarbij wordt
aangegeven dat klager geschikt is voor verblijf in een kleine setting. Derhalve is de beslissing klager over te plaatsen naar een inrichting met een regime van beperkte gemeenschap niet als onredelijk of onbillijk aan te merken.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, en dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. Kersten, secretaris, op 7 december 2009

secretaris voorzitter

Naar boven