Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1876/GA, 30 november 2009, beroep
Uitspraakdatum:30-11-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/1876/GA

betreft: [klager] datum: 30 november 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 2 juli 2009 van de beklagcommissie bij de Gevangenis Grave,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde gevangenis in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de uitvoering van een urinecontrole.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep, zakelijk weergegeven, als volgt toegelicht.
Klager stelt voorop dat hij moeilijk kan ontlasten en urineren. Hij gebruikt hiervoor medicijnen.
Nadat klager ’s ochtends de toiletronde had gemaakt, diende hij urine af te geven voor een urinecontrole. Als hij niet zou plassen, zou hij naar de isoleercel moeten. Daarom is hij gaan frauderen. Klager is eerlijk en zegt gewoon dat hij hasj rookt.
Klager zou dus altijd plassen, want in geval van een positieve uitkomst op THC is de straf lager dan de straf die wordt opgelegd bij weigeren mee te werken aan of frauderen bij de urinecontrole. De inrichting houdt zich niet aan bindende uitspraken van
de beroepscommissie omtrent het aanzeggen van de urinecontrole, de procedure wordt niet goed uitgelegd en als plassen niet lukt gaat een gedetineerde direct gedurende vier uur naar de isoleercel.

Namens klager wordt daarnaast aangevoerd dat de algemeen geldende wetten en regels ten aanzien van de afname van urine niet zijn gevolgd. Klager slikt medicatie. Hij had dus al de avond daarvoor op de hoogte moeten zijn gesteld van de urinecontrole.
Klager had toegegeven hasj te hebben gebruikt en hij had het toilet al bezocht, maar werd alsnog gedwongen mee te werken. Anders dreigde een isoleercelplaatsing. Hierdoor voelde klager zich genoodzaakt te frauderen. Uit het rapport en het schriftelijk
verslag is niet af te leiden dat aan klager die vier uur om alsnog te urineren zijn geboden. De raadsvrouw verwijst hierbij naar jurisprudentie van de beroepscommissie. In het schriftelijk verslag staat dat klager vrijwillig meeliep naar de
doucheruimte. Klager bestrijdt dit echter. Er werd gedreigd met isoleercelplaatsing waardoor klager zich verplicht voelde mee te werken.

De directeur heeft daarop geantwoord als tegenover de beklagcommissie. Voorts stelt hij dat klager geen nieuwe relevante informatie aandraagt. De directie blijft bij zijn standpunt dat de urinecontrole correct volgens algemene regelgeving is uitgevoerd
en dat er geen sprake is van een beslissing door of namens de directeur.

3. De beoordeling
Klager klaagt over het feit dat de urinecontrole niet correct is uitgevoerd. De beroepscommissie overweegt dat het beklag niet de algemene regel zelf betreft, maar de toepassing van een algemene regel in een concreet geval. Artikel 3 van de Regeling
urinecontrole bevat blijkens de nota van toelichting op deze Regeling normen voor een zorgvuldige afname van de urine, teneinde vergissingen zoveel mogelijk uit te sluiten. Het beklag, voor zover betreffende vermeende tekortkomingen in de
afnameprocedure, is derhalve ontvankelijk.

De beroepscommissie is van oordeel dat het beklag ongegrond dient te worden verklaard. Aan klager behoefde niet meer vier uur geboden te worden om alsnog urine te leveren, omdat hij inmiddels vrijwillig ging urineren en daarbij betrapt is op frauderen.
De directeur kon gelet daarop tot de aangevochten strafoplegging komen. De beroepscommissie merkt overigens nog op dat er geen verplichting bestaat de gedetineerde de avond voor de dag waarop de controle zal plaatsvinden over die controle te
informeren.
Het beklag zal ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. Kersten, secretaris, op 30 november 2009

secretaris voorzitter

Naar boven