Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/2559/GA, 30 november 2009, beroep
Uitspraakdatum:30-11-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/2559/GA

betreft: [klager] datum: 30 november 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 7 september 2009 van de beklagcommissie bij de gevangenis/ISD Zutphen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 12 november 2009, gehouden in de locatie De Marwei te Leeuwarden, is [...] – toegevoegd directielid van de gevangenis/ISD Zutphen – gehoord.
Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van zeven dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel zonder televisie en het intrekken van het eerstvolgende verlof.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt schriftelijk als volgt toegelicht.
Bij het verlof kreeg klager geen medicatie of recept mee, terwijl dat wel gebruikelijk is. Klager had ook geen medicatie voorhanden. Hij had anders geen Ritalin gebruikt, maar voorgeschreven medicatie van de inrichting.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Er wordt altijd een verlofpas verstrekt. Daarop staat vermeld dat bij problemen contact met de inrichting opgenomen moet worden. Medicatie staat bovendien klaar op de afdeling. De medische dienst zorgt daarvoor. Het staat verder niet vast dat klager
Ritalin heeft gebruikt.

3. De beoordeling
Het – anders dan door de inrichtingsarts voorgeschreven – gebruik van gedragsbeïnvloedende middelen is tijdens de detentie en dus ook tijdens het verlof niet toegestaan. In dit geval staat vast dat – wat er ook zij van wat zich tijdens het verlof heeft
voorgedaan – klager direct na zijn verlof positief heeft gescoord op een urinecontrole. Nu is vastgesteld dat klager (een) gedragsbeïnvloedende middel(en) heeft gebruikt anders dan door de inrichtingsarts is voorgeschreven, kon de directeur aan klager
een disciplinaire straf opleggen. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.G. Coumans en L. Diepenhorst MPA, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 30 november 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven