nummers: 09/2423/GA en 09/2469/GA
betreft: [klager] datum: 9 november 2009
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften van
[...], verder te noemen klager en
van de directeur van de individuele begeleidingsafdeling (i.b.a.) Noordsingel te Rotterdam,
gericht tegen een uitspraak van 25 augustus 2009 van de beklagcommissie bij de i.b.a. Noordsingel te Rotterdam,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 16 oktober 2009, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Rijnmond te Rotterdam, is gehoord [...], unit-directeur van de i.b.a. Noordsingel.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het feit dat klager geen kastdeur heeft waardoor zijn kleding stoffig wordt.
De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt schriftelijk als volgt toegelicht.
Klager moest iedere week zijn kleren wassen vanwege de stoffigheid. Klager wil hiervoor een tegemoetkoming ontvangen.
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De kast had ooit een deur. Op een gegeven moment is besloten om de kapotte deuren niet meer te vervangen. De kast voldoet aan alle eisen genoemd in de Regeling eisen verblijfsruimte penitentiaire inrichtingen.
3. De beoordeling
In casu is beklag gedaan over het feit dat de klerenkast op klagers cel geen kastdeur heeft. Nu de kast voldoet aan hetgeen is bepaald in artikel 10 van de Regeling eisen verblijfsruimte penitentiaire inrichtingen (kenmerknummers 736621/98/DJI en
5307895/04/DJI), dient het beklag ongegrond te worden verklaard. De uitspraak van de beklagcommissie zal dan ook worden vernietigd.
Nu klager beroep heeft ingesteld voor zover aan hem geen tegemoetkoming is toegekend, kan klager niet in zijn beroep ontvangen worden. Immers aan zijn beroep is de grondslag komen te ontvallen.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep – ingesteld door de directeur – gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond. Zij verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.H. de Wild, voorzitter, dr. M.M. Boone en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 9 november 2009
secretaris voorzitter