Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/2252/GA, 29 oktober 2009, beroep
Uitspraakdatum:29-10-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/2252/GA

betreft: [klager] datum: 29 oktober 2009

De beroepscommissie als bedoeld in art. 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 5 augustus 2009 van de alleensprekende beklagrechter bij het Detentiecentrum Zeist te Soesterberg,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 14 september 2009, gehouden in de Penitentiaire Inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager en [...], plaatsvervangend locatie-directeur bij voormeld detentiecentrum.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft een ordemaatregel van 14 dagen afzondering in een afzonderingscel omdat klager niet op een meerpersoonscel (mpc) geplaatst wilde worden.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager heeft in Sittard en gedurende zijn verblijf op de detentieboot te Dordrecht alleen op een cel gezeten. Hij kan er niet tegen een cel met anderen te
delen. Dit veroorzaakt stress bij klager. Toen klager in het detentiecentrum Zeist kwam werd hem de keus gelaten om naar een meerpersoonscel te gaan of naar een afzonderingscel. Klager heeft voor het laatste gekozen. Op 19 mei 2009 is klager in de
afzonderingscel geplaatst. Pas op 28 mei 2009 werd hij door een psychiater gezien. Deze kon klager niet helpen. Daarop is klager in hongerstaking gegaan. Op 30 mei 2009 kwam de dokter. Deze gaf aan dat als klager weer zou gaan eten hij naar een eigen
cel mocht. De maatregel werd omgezet waarbij klager overdag op de gewone afdeling verbleef en ’s nachts op de afzonderingsafdeling. Pas op 19 juni 2009 heeft klager een eigen cel gekregen.

De plaatsvervangend locatie-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
klager wilde op een eenpersoonscel geplaatst worden. Deze zijn er niet op de reguliere afdeling in het Detentiecentrum, enkel op de extra zorg afdeling. Daar kon klager niet geplaatst worden. Klager koos uiteindelijk voor plaatsing in een
afzonderingscel. Na 14 dagen is de plaatsing heroverwogen. Er was nog steeds geen aanleiding klager op de extra zorg afdeling te plaatsen. Besloten is klager overdag op de reguliere en ’s nachts op de afzonderingsafdeling te plaatsen. Uiteindelijk is
besloten één van de cellen op de extra zorg afdeling aan klager ter beschikking te stellen.

3. De beoordeling
Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat de ordemaatregel is opgelegd door het afdelingshoofd, [...]. Ter zitting heeft de plaatsvervangend locatie-directeur aangegeven dat het tot anderhalve maand geleden gebruikelijk was dat
afdelingshoofden ordemaatregelen oplegden, maar dat dat inmiddels niet meer het geval is. De beroepscommissie is van oordeel dat een (beperkte) aanwijzing van een afdelingshoofd als plaatsvervangend directeur met (onder meer) de bedoeling het nemen van
bepaalde ordemaatregelen mogelijk te maken niet strookt met de bedoeling van de wet, meer in het bijzonder de artikelen 3 en 5 van de Pbw en de Memorie van toelichting op de Pbw. Nu een deugdelijke grondslag aan de ordemaatregel is komen te ontvallen,
moet de opgelegde maatregel nietig worden verklaard. De uitspraak van de beklagrechter zal dan ook worden vernietigd, het beklag zal alsnog gegrond worden verklaard.
Zij kent klager de na te noemen tegemoetkoming toe.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 100,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 29 oktober 2009

secretaris voorzitter

Naar boven