nummer: 09/3134/GV
betreft: [klager] datum: 13 november 2009
De beroepscommissie als bedoeld in art. 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 23 oktober 2009 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),
alsmede van de onderliggende stukken.
De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van incidenteel verlof afgewezen.
2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager heeft verzocht om incidenteel verlof omdat zijn verloofde hoogzwanger is. De bevalling is uitgerekend op 16 november 2009. Dit is een voor haar en klager belangrijke gebeurtenis. Klager verbaast zich
over de afwijzing. Op het verzoekbriefje heeft klager weinig ruimte om het verzoek uitgebreid te motiveren. Justitie heeft nooit gevraagd naar de reden van klagers onttrekking gedurende drie jaar. Tot klagers detentie in maart 2004 had hij de
voorlopige
voogdij over zijn twee kinderen. Klagers ex-vriendin heeft tijdens zijn detentie de kinderen ontvoerd. Zij werd daarbij ook nog in het gelijk gesteld door de politie en de stichting Jeugd en Gezin. Klager heeft jarenlang over de voogdij geprocedeerd.
In
juni/juli 2006 werd klager geplaatst in een open inrichting. Hij vroeg aan zijn schoonmoeder of hij de kinderen voor zijn weekendverlof kon ophalen. Hij had ze al 30 maanden niet gezien. Zij verwees klager naar de stichting Jeugd en Gezin. Tijdens het
weekendverlof wilde de politie klager aanhouden wegens bedreiging van de schoonmoeder. Klager is hierna niet teruggekeerd van verlof. Dat was een foute beslissing. Het heeft klager echter ook veel goeds gedaan. De problemen met de ex-vriendin en
ex-schoonmoeder zijn geheel opgelost. Klager heeft verder niets meer over de telefonische bedreiging vernomen.
Wat betreft de recente verdenking van het plegen van een strafbaar feit is de voorlopige hechtenis van klager twee keer geschorst. Een verdenking betekent nog niet dat klager het gestelde feit ook heeft begaan. Door het verzoek om incidenteel verlof op
deze grond af te wijzen, wordt klager op voorhand veroordeeld. Klager heeft ook tijdens eerdere detenties nooit misbruik gemaakt van de verlofregeling of schorsing. Zijn gedrag in de inrichting is altijd goed geweest. Klager wil bij de geboorte van
zijn
kind aanwezig zijn en zijn vriendin hierbij ondersteunen.
Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager is op 15 augustus 2006 niet teruggekeerd van weekendverlof. Op 6 juli 2009 is klager gearresteerd op verdenking van het plegen van een nieuw strafbaar feit. Gelet op
klagers langdurige onttrekking en de recente verdenking is het verzoek afgewezen. Een begeleid verlof tijdens de bevalling is uitgesloten.
Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de Gevangenis Grave heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.
3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van 5 jaar met aftrek, wegens diefstal onder verzwarende omstandigheden. Aansluitend dient hij een gevangenisstraf te ondergaan van 67 dagen, een tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf van 30
dagen
en een vervangende hechtenis taakstraf van 21 dagen. De einddatum van zijn detentie valt op of omstreeks 28 december 2010.
Krachtens art. 21 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna: de Regeling), kan incidenteel verlof worden verleend voor het bijwonen van gebeurtenissen in de persoonlijke sfeer van de gedetineerde, waarbij zijn aanwezigheid
noodzakelijk is. Incidenteel verlof kan indien nodig onder begeleiding of bewaking plaatsvinden. Klager heeft zich voor een periode van bijna drie jaar aan zijn detentie onttrokken en is daarna aangehouden op verdenking van het plegen van een nieuw
strafbaar feit. Gelet hierop acht de beroepscommissie begeleiding of bewaking tijdens het verlof geïndiceerd. De aard van de gebeurtenis brengt echter met zich dat incidenteel verlof onder begeleiding of bewaking niet goed is te realiseren. Hierbij
dienen de ongewisse tijdsduur en de praktische bezwaren van beveiliging bij een bevalling meegewogen te worden. Derhalve kan de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk
worden aangemerkt. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 13 november 2009
secretaris voorzitter