Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/2036/GA, 10 november 2009, beroep
Uitspraakdatum:10-11-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/2036/GA

betreft: [klager] datum: 10 november 2009

De beroepscommissie als bedoeld in art. 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 15 juli 2009 van de beklagcommissie bij de Dordtse Poorten te Dordrecht,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de weigering een aanvraag tot overplaatsing in te dienen.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. De trajectmanager van klager had alles omtrent overplaatsing naar een half open kamp al geregeld. Aangekomen in de PI Dordtse Poorten bleek klager alles
omtrent de aanvraag opnieuw te moeten doen. Met nog drie maanden detentie te gaan is het niet eerlijk dat klager opnieuw geobserveerd wordt en hem zijn vrijheid nog langer ontnomen wordt.

De directeur heeft daarop geantwoord als tegenover de beklagcommissie.

3. De beoordeling
art. 15, derde lid, Pbw stelt dat beslissingen omtrent plaatsing en overplaatsing naar een andere inrichting of afdeling zijn voorbehouden aan de selectiefunctionaris. De directeur adviseert de selectiefunctionaris. Dat betekent dat hij een verzoek van
een gedetineerde tot overplaatsing naar een andere inrichting altijd dient te behandelen en door te zenden aan de selectiefunctionaris. Indien de directeur daarbij van mening is dat de gedetineerde niet in aanmerking zou moeten komen voor een
dergelijke
overplaatsing, kan hij de selectiefunctionaris adviseren het verzoek af te wijzen.
Indien een gedetineerde om overplaatsing verzoekt, dient de inrichting daartoe de geëigende procedure te doorlopen. Het niet starten dan wel doorzetten daarvan om welke reden dan ook wordt gezien als een weigering om een overplaatsingsverzoek in
behandeling te nemen, hetgeen de directeur niet is toegestaan.
De beroepscommissie zal het beklag dan ook gegrond verklaren. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig om aan klager een financiële tegemoetkoming toe te kennen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager geen tegemoetkoming toekomt.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. Kersten, secretaris, op 10 november 2009

secretaris voorzitter

Naar boven