Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1965/GB-herziene uitspraak, 9 november 2009, beroep
Uitspraakdatum:09-11-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/1965/GB- herziene uitspraak

Betreft: [klager] datum: 9 november 2009

De beroepscommissie als bedoeld in art. 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. T. de Bont, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 9 juli 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing van 28 mei 2009, inhoudende de afwijzing van een selectie voor deelname aan een penitentiair programma (p.p.) ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager onderging een gevangenisstraf van 450 dagen met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straf is aangevangen op 3 november 2008 en is op 10 augustus 2009 geëindigd.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De selectiefunctionaris stelt zich op het standpunt dat klager niet in staat zou zijn te werken en dat het zesentwintig-uur-programma om vrijwilligerswerk te doen niet haalbaar zou zijn. Vervolgens merkt de selectiefunctionaris in het bezwaarschrift op
dat klager onbetrouwbaar zou zijn en dat er geen zuivere band met zijn werkgever is. Nieuwe argumenten die naar klagers mening onvoldoende gefundeerd zijn. Daarnaast gaat het niet aan in de bezwaarfase met nieuwe argumenten te komen die reeds eerder
hadden kunnen worden aangevoerd.
Meermalen is aan de selectiefunctionaris duidelijk gemaakt waarom klager in De Marstal, in tegenstelling tot in Bankenbosch, niet heeft gewerkt. Het obesitas programma en de daarmee gepaard gaande reizen legde een dusdanig zware belasting op klager,
dat
hij de energie/mogelijkheid ontbeerde daarnaast nog te werken. De zeer lange reistijd is niet aan klager te wijten; hij zou immers in eerste instantie naar Den Haag gaan. De opmerking van de selectiefunctionaris, voor zover hij heeft bedoeld te zeggen
dat klager in Bankenbosch niet gewerkt heeft, is apert onjuist, zoals blijkt uit
het selectieadvies van Bankenbosch van 25 maart 2009.
Naar klagers mening gaat het wel erg ver om uit het feit dat hij niet meer naar de bushalte zou kunnen lopen, ‘onbetrouwbaarheid’ te concluderen. Behalve zijn overgewicht had klager in die periode ook nog last van een hielspoor.
De bedoeling van het p.p. lijkt te zijn dat iemand beter in de samenleving kan integreren, althans meer kans heeft op een geslaagde resocialisatie, zoals neergeld in art. 5 Pm.
Uit de reclasseringsrapportage volgt dat klagers woning kon worden aangehouden tijdens zijn detentie met financiële hulp van de Pinkstergemeente. Het gaat daarbij om een renteloze lening en het is niet zo dat de Pinkstergemeente de huur van de woning
betaalt. Onvoldoende wordt onderbouwd waarom er sprake zou zijn van een verstrengeling van wederzijdse belangen. Klager is het er niet mee eens dat sprake is van een ‘onzuivere’ werkrelatie en dit kan in ieder geval deelname aan een p.p. niet in de weg
staan.
Zowel de tekst van de Erkenningsregeling Penitentiair Programma 2004 als de toelichting maken duidelijk dat de betrouwbaarheid wordt getoetst door de directeur of de reclassering. Deze hebben beide positief geadviseerd en geen bezwaren geuit tegen het
werken bij de Pinkstergemeente.
Het valt op dat van klager in het selectieadvies van De Marstal een veel minder positief beeld wordt geschetst dan in Bankenbosch. Benadrukt zij dat ook De Marstal positief adviseerde ten aanzien van deelname aan een p.p.
In het licht van het bovenstaande is de beslissing van de selectiefunctionaris onvoldoende gemotiveerd, nu niet is aangegeven waarom van de positieve adviezen van de inrichting en reclassering is afgeweken. Voorts is de beslissing onredelijk en
onbillijk. Niet valt in te zien welk wezenlijk belang zich verzet tegen deelname aan een p.p.
Klager verzoekt een tegemoetkoming nu hij reeds per 27 mei 2009 voor een p.p. in aanmerking kwam en zijn vrijheid aanzienlijk is beperkt en de kans op een geslaagde resocialisatie sterk is bemoeilijkt. Klager heeft hierdoor last van stress gekregen en
is twee maanden WAO-uitkering misgelopen.
Met betrekking tot de misgelopen inkomsten verzoekt klager primair een bedrag gelijk aan tweeënhalve maand WAO-uitkering, ad € 3.638,40 bruto.
Subsidiair een tegemoetkoming van € 1000,= , dit betreft tweeënhalve maand huur. Vanwege het ontberen van een WAO-uitkering heeft klager twee maanden extra geld moeten lenen. Deze kosten zijn een direct gevolg van de beslissing van de
selectiefunctionaris.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager heeft zich niet gehouden aan de voorwaarden die vooraf met hem zijn overeengekomen voor plaatsing in De Marstal.
Aanvankelijk zou klager in de Zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) Haaglanden te Den Haag worden geplaatst. De kamer van deze inrichting kon echter niet aan klagers fysieke omvang worden aangepast. De dichtstbijzijnde mogelijkheid om klager in
een z.b.b.i.-regime te plaatsen was De Marstal te Zeeland. Plaatsing was alleen mogelijk als klager zelfstandig drie dagen naar de therapie in Den Haag zou gaan en de overige twee dagen zou gaan werken. Na plaatsing aldaar weigerde klager om te gaan
werken en moest hij steeds gehaald en gebracht worden naar de bushalte. Volgens klager kan hij niet twintig minuten lopen en werken in verband met zijn lichaamsomvang en heeft hij ook nooit gewerkt in de locatie Bankenbosch te Veenhuizen. Er was geen
medische indicatie dat klager niet zou kunnen lopen en werken.

Daarnaast functioneerde klager in De Marstal beduidend negatiever dan in Bankenbosch. Hij kan een negatief antwoord niet accepteren en speelt personeelsleden tegen elkaar uit.

Tot slot is er geen sprake van een zuivere werkgever-werknemerrelatie, zoals bedoeld in de ‘Erkenningsregeling penitentiair programma 2004‘ van 22 november 2004, nr. 5295956/04/DJI.
Om te voldoen aan het p.p-criterium van het verrichten van zesentwintig uren activiteiten, zou klager onbetaalde werkzaamheden gaan verrichten bij de pinkstergemeente Sjaloom te Heerhugowaard. Voor zijn detentie was klager daar als vrijwilliger
werkzaam. Daarnaast ontving klager een lening van deze gemeente om zijn huur te kunnen betalen. Hierdoor is de verhouding werkgever-werknemer onzuiver en dit is te vergelijken met het werken in eigen bedrijf of in een bedrijf waar sprake is van een
relationele situatie (familie, vrienden, kennissen). Het is niet wenselijk om aan leden van de pinkstergemeente Sjaloom te vragen controle en toezicht over te nemen en mogelijke onregelmatigheden aan de reclassering te melden. Verwezen zij naar art. 6
van genoemde ‘Erkenningsregeling penitentiair programma 2004‘ en de toelichting daarop.
Voor het overige wettelijke kader zij verwezen naar art. 7, derde lid, onder b, d en f , Pm.

4. De beoordeling
4.1. Bij beslissing van 22 september 2009 heeft de beroepscommissie klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep. De beroepscommissie is van oordeel dat die beslissing ten onrechte is gegeven en zal met vernietiging van de beslissing van 22
september 2009 opnieuw op het beroep beslissen.

4.2. In art. 4 van de Pbw en de artikelen 7 en 9 van de Penitentiaire maatregel (Pm) zijn de voorwaarden opgenomen waaraan het penitentiair programma en de gedetineerde moeten voldoen.

4.3. De beroepscommissie stelt voorop dat de selectiefunctionaris een eigen afweging heeft te maken omtrent klagers geschiktheid voor deelname aan een p.p.
In dit geval is met name van belang art. 7, derde lid, aanhef sub b en f, Pm.
Volgens de selectiefunctionaris heeft klager zich niet gehouden aan de voorwaarden die vooraf met hem zijn overeengekomen voor plaatsing in De Marstal. Plaatsing aldaar was alleen mogelijk als klager zelfstandig drie dagen naar de therapie in Den Haag
zou gaan en de overige twee dagen zou gaan werken.
De selectiefunctionaris heeft zijn beslissing gebaseerd op het gestelde onder het kopje ‘functioneren in de inrichting’ in het selectieadvies van de z.b.b.i. De Marstal d.d. 14 mei 2009.
Daaruit blijkt dat klager, ondanks dat hij volgens de inrichting Bankenbosch had aangegeven dit geen probleem te vinden, niet in staat is om twintig minuten naar de bushalte te lopen. Door de inrichtingsarts van Bankenbosch was aangegeven dat er
daartegen medisch gezien geen bezwaren waren.
Voorts is klager door zijn behandeling voor zijn obesitas bij PsyQ in Den Haag niet in de mogelijkheid om in de inrichting of bij een werkgever van de inrichting te werken. Klager geeft aan dat hij, in tegenstelling tot de berichten van de vorige
inrichting, goed heeft aangegeven dat hij in verband met zijn lichaamsomvang niet kan werken en dat hij daar ook niet gewerkt heeft.
Uit genoemd selectieadvies blijkt voorts dat klager in De Marstal negatiever functioneerde dan in Bankenbosch.
Naar het oordeel van de beroepscommissie mocht de selectiefunctionaris in dit geval het gestelde in het selectieadvies van De Marstal zwaarder laten wegen dan de positieve adviezen van de inrichting en de Reclassering Nederland.
Gelet op het vorenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat de onder 3.2 genoemde beslissing van de selectiefunctionaris niet in strijd is met de wet en bij afweging van de belangen en omstandigheden van het geval niet als onredelijk of onbillijk
kan worden aangemerkt.

De beroepscommissie komt niet meer toe aan de beoordeling of er sprake is van een onzuivere werkgever-werknemerrelatie indien klager onbetaalde werkzaamheden zou verrichten bij de pinkstergemeente Sjaloom te Heerhugowaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de beslissing van 22 september 2009 in deze zaak en verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin secretaris, op 9 november 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven