Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/2304/GB, 9 november 2009, beroep
Uitspraakdatum:09-11-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/2304/GB

Betreft: [klager] datum: 9 november 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 17 augustus 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te selecteren voor de Gevangenis Veenhuizen ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 9 mei 2006 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b.) Almere-Binnen. Op 14 april 2009 is hij geplaatst in de Gevangenis Veenhuizen, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft er ernstig bezwaar tegen dat de selectiefunctionaris na een gegrondverklaring door de beroepscommissie op 17 juli 2009 wederom een negatieve beslissing heeft genomen. De selectiefunctionaris motiveert niet wanneer de Advocaat-Generaal ook
niet heeft gemotiveerd en legt een uitspraak van de beroepscommissie naast zich neer. De recidive waar de selectiefunctionaris naar verwijst, heeft plaatsgevonden tijdens klager vorige detentie en dus niet de huidige. De selectiefunctionaris gaat daar
steeds aan voorbij. Klager wijst er nogmaals op alle afspraken die hij met Justitie heeft gemaakt te zijn nagekomen. In de 13 maanden van zijn strafonderbreking hebben zich geen bezwarende omstandigheden voorgedaan. Klager heeft meegewerkt aan het
project Terugdringen Recidive (TR) en de behandelend functionaris heeft het plan van de reclassering Almere overgenomen en ook verdere begeleiding in De Waag in Utrecht voorgesteld. De selectiefunctionaris moet weten dat in een penitentiair programma
(p.p.) de tijd nuttig wordt ingevuld. Men moet gedurende deze periode arbeid verrichten en het programma is gericht op een goede reïntegratie en resocialisatie in de maatschappij.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De selectiefunctionaris is bereid om te kijken naar plaatsing in een p.p. als er een voorstel komt voor een gedegen invulling van het programma. Behandeling bij De Waag zal een minimaal verplicht onderdeel zijn. Klager heeft op 15 juni 2009 positief
gescoord op harddrugs. Volgens het drugsontmoedigingsbeleid komt klager de eerste zes maanden niet voor fasering in aanmerking. Klager heeft ondanks zijn ontkennende houding ten opzichte van het gebruik afgezien van een bevestigingsonderzoek. Het BSD
heeft onlangs een aanvraag voor het p.p. uitgezet bij de reclassering. Zodra er een adviesrapport is zal er een verzoek tot plaatsing in een p.p. worden gedaan. De p.p.-datum voor klager is 5 november 2009. Ondanks dat klager voor de komende zes
maanden
is uitgesloten voor fasering, is de selectiefunctionaris bereid al naar gelang de invulling van het programma te bekijken of klager geschikt is voor een p.p.

4. De beoordeling
4.1. De Gevangenis Veenhuizen is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in hoger beroep is veroordeeld kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. De selectiefunctionaris is in de bestreden beslissing ingegaan op het positieve advies van de Advocaat-Generaal van 7 mei 2009 en acht het advies onvoldoende beargumenteerd. Een nader gevraagde motivering van het advies is uitgebleven. Klager
heeft op 15 juni 2009 positief gescoord op harddrugs. Volgens het drugsontmoedigingsbeleid komt klager de eerste zes maanden niet voor fasering in aanmerking. Nu de selectiefunctionaris ondanks het feit dat klager de komende zes maanden is uitgesloten
voor fasering, bereid is om te bekijken of klager geschikt is voor een p.p., als de reclassering in samenspraak met klager tot een gedegen invulling voor het p.p. komt, kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de
selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en omstandigheden, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. van Alff, secretaris, op 9 november 2009

secretaris voorzitter

Naar boven