Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/2208/GB, 2 november 2009, beroep
Uitspraakdatum:02-11-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/2208/GB

Betreft: [klager] datum: 2 november 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 15 juli 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Zuyderbos te Heerhugowaard ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 7 maart 2009 gedetineerd. Hij verbleef in de locatie Over Amstel, een huis van bewaring, te Amsterdam. Op 29 mei 2009 is hij geplaatst in de gevangenis Zuyderbos, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager wil graag worden overgeplaatst naar een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.). In eerste instantie kwam klager daarvoor niet in aanmerking omdat zijn verlofadres werd afgekeurd en vervolgens wordt de eis gesteld dat hij, nadat hij een ander
verlofadres heeft opgegeven, zou moeten deelnemen aan een TR-cursus, die pas in september 2009 zou kunnen beginnen. Klager wil graag naar een b.b.i. omdat hij dan zaken kan regelen voor na zijn ontslag uit detentie. Inmiddels werkt klager mee aan de
TR-cursus. Hij had op 4 augustus 2009 al naar een z.b.b.i. kunnen gaan.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is op 7 mei 2009 geselecteerd voor plaatsing in de gevangenis Zuyderbos. Er staan nog zeer veel strafzaken open, waardoor de einddatum van klagers detentie niet vaststaat. Daarom werd selectie voor een b.b.i. niet geïndiceerd geacht. Klager is
een recidivist, waardoor hij niet voldoet aan de eis dat er bij hem sprake is van een beperkt maatschappelijk risico. Het Gerechtshof te Amsterdam heeft klagers voorlopige hechtenis op 21 januari 2009 geschorst, waarna klager op 7 maart 2009 opnieuw in
verzekering is gesteld voor een nieuw strafbaar feit, waarvoor hij thans is gedetineerd. Alle nog openstaande zaken zijn op dit moment in behandeling bij het Gerechtshof te Amsterdam. In eerste aanleg is aan klager (onder meer) een gevangenisstraf van
54 maanden opgelegd. Die gevangenisstraf overstijgt de termijn van 18 maanden die geldt voor een b.b.i. plaatsing. Hoewel nog niet bekend is wanneer deze zaken bij het Gerechtshof zullen dienen, bestaat de kans dat dit voor 1 januari 2010 zal zijn.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Zuyderbos is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Klagers v.i.-datum ligt op of omstreeks 1 januari 2010. Die datum lag ten tijde van het nemen van de bestreden beslissing binnen het maximaal toegestane strafrestant van 18 maanden. De omstandigheid dat klager nog andere openstaande strafzaken
heeft, kan in dit geval niet meewegen. De behandeling van die zaken door het Gerechtshof te Amsterdam is eerder voor onbepaalde tijd aangehouden en deze zaken staan, blijkens telefonische informatie van (een medewerker bij) het Ressortsparket te
Amsterdam (nog) niet geappointeerd voor een zitting. Gelet daarop acht de beroepscommissie het onvoldoende aannemelijk dat in dat hoger beroep uitspraak zal worden gedaan voordat klagers huidige v.i.-datum is bereikt. Die omstandigheid mag daarom, nu
niet blijkt van nog andere openstaande zaken, niet ten grondslag worden gelegd aan de selectiebeslissing.
Als tweede grond voor het niet selecteren voor een b.b.i. heeft de selectiefunctionaris aangegeven dat klager niet voldoet aan het bepaalde in artikel 3, tweede lid, aanhef en onder a, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing, en dat hij om
die reden niet in aanmerking kan komen voor een dergelijke plaatsing. De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het uittreksel van het justitiële documentatieregister betreffende klager. Op grond daarvan acht de beroepscommissie aannemelijk, daarbij
mede in ogenschouw genomen dat klager tijdens een schorsing van een aan hem opgelegde voorlopige hechtenis een nieuw strafbaar feit heeft gepleegd, te weten het feit waarvoor hij thans is gedetineerd, dat het maatschappelijk risico indien klager
(regimaire) vrijheden zouden worden verleend, niet beperkt kan worden genoemd. Gelet daarop kan de op de hiervoor onder 3.2. genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet
als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 2 november 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven