Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1681/GM, 28 oktober 2009, beroep
Uitspraakdatum:28-10-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/1681/GM

betreft: [klager] datum: 28 oktober 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingspsychiater verbonden aan de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 10 juni 2009 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 17 september 2009, gehouden in de p.i. Vught is klager gehoord.

Klager heeft meegedeeld dat zijn raadsman, mr. M.M.J. Nuijten, niet ter zitting zal verschijnen.

Ook de inrichtingspsychiater verbonden aan de p.i. Amsterdam is niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 16 maart 2009, betreft de onjuiste medicatieverstrekking door de inrichtingspsychiater.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts/psychiater
Klager heeft zijn klacht als volgt toegelicht. Klager kreeg voorheen tweemaal per dag Seroquel 25 mg. Deze tabletten losten op in water. Vervolgens is klager éénmaal per dag Seroquel XR 50 mg verstrekt. Het zou dezelfde medicatie zijn als die hij
voorheen gebruikte. Door de nieuwe medicatie kreeg klager echter last van ontwenningsverschijnselen en spierverslapping. Hij kon bijna niet meer lopen en is gestopt met innemen.
Ontkend werd dat het niet dezelfde medicatie was en klager is niets uitgelegd.
Met Efexor is hetzelfde gebeurd. Er is te weinig onderzoek verricht.
Na zeven maanden is hem weer de dosering Seroquel verstrekt die hij voorheen had.

De inrichtingspsychiater heeft het volgende standpunt ingenomen.
Klager is wekelijks door de inrichtingspsychiater gezien en in de gesprekken met klager is ook over zijn medicatie gesproken. De inrichtingspsychiater zal opnieuw met klager bespreken of het opnieuw starten met de medicatie in de oorspronkelijke vorm
zinvol is.

3. De beoordeling
De beroepscommissie overweegt dat uit het behandelde ter zitting en met name klagers medische gegevens volgt dat de verandering van klagers medicatie stap voor stap is ingezet, uitgebreid met hem is besproken en met veel beleid en begeleiding is
doorgevoerd.
De beroepscommissie is derhalve van oordeel dat niet is gebleken dat door of namens de inrichtingspsychiater niet adequaat zou zijn gereageerd en/of dat het handelen van de inrichtingspsychiater zou kunnen worden aangemerkt als in strijd met de in
artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. I.E. de Vries, voorzitter, drs. J.G.J. de Boer en drs. L.E.M. Kleipool, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 27 oktober 2009

secretaris voorzitter

Naar boven