Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1625/GM, 28 oktober 2009, beroep
Uitspraakdatum:28-10-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/1625/GM

betreft: [klager] datum: 28 oktober 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan het detentiecentrum Alphen aan den Rijn,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 4 juni 2009 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 17 september 2009, gehouden in de p.i. Vught, is klager gehoord.

De inrichtingsarts verbonden aan de locatie Almere is niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 14 april 2009, houdt in dat klager onvoldoende medische zorg is geboden voor wat betreft zijn astma en schimmelinfectie op de tong.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft zijn klacht als volgt toegelicht. Hij heeft last van astma gecombineerd met COPD. De inrichtingsarts heeft hem andere medicatie voorgeschreven dan de longarts, waardoor hij last kreeg van blauwe plekken en spanning op de longen. Eerst
gebruikte hij tweemaal daags een dosis en vervolgens werd dit viermaal daags een dosis. Daarmee forceer je de longen. Hij werd kortademig en ging hyperventileren. Klager heeft tweemaal een black-out gehad. Hij heeft dit aangegeven bij de
inrichtingsarts
en wilde een verwijsbrief voor de longarts. De inrichtingsarts heeft een paar keer naar zijn longen geluisterd en zei dat de longen goed waren en wilde hem niet verwijzen. De inrichtingsarts heeft klager niet kunnen geruststellen.
Hij ondervindt nog steeds veel bijwerking van medicatie. Met de medicatie, die hem buiten de inrichting werd verstrekt, had hij nergens last van.
Klager gebruikt nog steeds Methadon 5 mg en Alprazolam driemaal daags 0,25 mg.
Hij heeft vroeger als autospuiter gewerkt en rookt.
Klager heeft nog steeds last van schimmelinfectie op zijn tong. Ook zijn tandvlees doet zeer. Aan zijn klachten wordt niets gedaan.
De uitslag van het faecesonderzoek is nog steeds niet binnen. Klager maakt zich zorgen.

Het waarnemend hoofd van de medische dienst heeft het volgende standpunt ingenomen.
Klager is buiten de inrichting behandeld voor astma-COPD klachten door de inrichtingsarts en specialist. Een aantal weken voor zijn detentie heeft een longfunctieonderzoek plaatsgevonden. De medicamenteuze behandeling in de inrichting is gecontinueerd
volgens de NHG-standaard ‘Astma bij volwassenen’.
Voor de schimmelinfectie, hetgeen een bijwerking kan zijn van sommige astma-inhalatiemedicijnen, heeft klager een tablettenkuur gekregen.
De inrichtingsarts beoordeelde doorverwijzing naar de specialist niet noodzakelijk. Het voorstel van de inrichtingsarts om klagers medicatie te wijzigen, is door klager afgewezen.

3. De beoordeling
Uit klagers medische gegevens en de behandeling ter zitting volgt dat klager meermalen is onderzocht door de inrichtingsarts en dat klager conform de NHG-standaard ‘Astma bij volwassenen’ is behandeld en medicatie is voorgeschreven. Voorts is klager
een
tablettenkuur voorgeschreven voor de schimmelinfectie op zijn tong.
De beroepscommissie is, het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien, van oordeel dat klager een adequate behandeling is geboden en dat er geen noodzaak aanwezig was om hem door te verwijzen naar de longarts.
Het handelen door of namens de inrichtingarts kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. I.E. de Vries, voorzitter, drs. J.G.J. de Boer en drs. L.E.M. Kleipool, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 28 oktober 2009

secretaris voorzitter

Naar boven