Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1754/GM, 28 oktober 2009, beroep
Uitspraakdatum:28-10-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/1754/GM

betreft: [klager] datum: 28 oktober 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de locatie Zoetermeer,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 19 juni 2009 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Het beroep is behandeld ter zitting van de beroepscommissie van 17 september 2009, gehouden in de p.i. Vught.

Klager heeft afstand gedaan van het recht om ter zitting te verschijnen.

Het hoofd van de medische dienst van de locatie Zoetermeer heeft schriftelijk meegedeeld dat de inrichtingsarts en het hoofd van de medische dienst verhinderd waren om ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 30 april 2009 betreft de weigering om aan klager een medisch matras te verstrekken.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft zijn klacht als volgt toegelicht. Hij heeft rugklachten als gevolg van een ongeluk met een crossmotor en krijgt hiervoor al sinds medio 2007 fysiotherapie. Door zijn huidige matras heeft hij slapeloze nachten. De fysiotherapeut heeft een
dikker matras aanbevolen. Volgens de medische dienst bestaat een medisch matras niet. In De Schie heeft hij wel een andere matras gekregen.

Het hoofd van de medische dienst heeft het volgende standpunt ingenomen.
Klager heeft éénmaal bij inrichtingsarts aangegeven dat hij rugklachten had. Daarna niet meer. Volgens de inrichtingsarts is er geen indicatie voor een dikker matras. Adequate zorg, adviezen ten aanzien van beweging en fysiotherapie zijn klager
geboden.
In de inrichting worden dikkere matrassen alleen verstrekt aan gedetineerden die meer dan 100 kilo wegen en/of die aantoonbare rugklachten hebben. Klager voldoet niet aan die criteria.

3. De beoordeling
De beroepscommissie overweegt dat uit klagers medische gegevens en de behandeling ter zitting volgt dat klager bewegingsadviezen en fysiotherapie is aangeboden in verband met zijn rugklachten. De inrichtingsarts heeft klager onderzocht en geoordeeld
dat
er geen indicatie aanwezig was om aan klager een dikkere matras, die alleen worden verstrekt aan gedetineerden van meer dan 100 kilo en/of die aantoonbare rugklachten hebben, voor te schrijven.
De beroepscommissie is het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien van oordeel dat het handelen van of namens de inrichtingsarts voldoende voortvarend is geweest en niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm
neergelegde
norm. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. I.E. de Vries, voorzitter, drs. J.G.J. de Boer en drs. L.E.M. Kleipool, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 28 oktober 2009

secretaris voorzitter

Naar boven