Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/2606/GV, 20 oktober 2009, beroep
Uitspraakdatum:20-10-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/2606/GV

betreft: [klager] datum: 20 oktober 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 14 september 2009 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van incidenteel verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Het is niet mogelijk om in de inrichting in het huwelijk te treden, omdat er minimaal zes getuigen nodig zijn. En bij een huwelijk in de inrichting mogen alleen klagers ouders, broer en zussen (en eventueel kinderen) aanwezig zijn. In klagers geval
komt
hij dan één getuige te kort. Klagers raadsman had om schorsing verzocht. Dat is afgewezen, maar de Advocaat Generaal die aanwezig was, heeft kenbaar gemaakt dat hij geen bezwaar had tegen een aantal dagen verlof c.q. schorsing. De Advocaat Generaal
spreekt namens het Openbaar Ministerie en dus ook namens Justitie. Klager wil zo spoedig mogelijk in het huwelijk treden. Mocht hij geen verlof krijgen, dan wil hij de gemaakte kosten op Justitie verhalen.
Het huwelijk was gepland voor klagers detentiesituatie. Dit was ook bekend bij de gemeente. Vanwege de gezondheid van klagers oma en schoonmoeder is besloten het huwelijk door te zetten. Een medewerker van het b.s.d. heeft meegedeeld dat klagers
celgenoot niet als getuige mag optreden.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna: de Regeling) biedt geen mogelijkheid om de inrichting te verlaten om in het huwelijk te treden. Bovendien kan klager na zijn detentie een huwelijk plannen. Klager is gewezen op de mogelijkheid
om
in de inrichting in het huwelijk te treden. Daarop is gereageerd dat hij onvoldoende getuigen heeft. Echter, klager kan (één van zijn) zijn medegedetineerde(n) of een personeelslid vragen te getuigen. Daarbij had klager toestemming moeten afwachten
voordat hij kosten zou maken voor het huwelijk.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de PI Tilburg heeft aangegeven dat klager met verschillende documenten heeft aangetoond dat hij een huwelijk aan het plannen is (geweest).
De Advocaat-Generaal bij het ressortparket te Den Bosch is akkoord met incidenteel verlof.

3. De beoordeling
Klager is in eerste aanleg door de rechtbank veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar met aftrek waarvan één jaar voorwaardelijk, wegens – kort gezegd – brandstichting. De fictieve v.i.-datum valt op of omstreeks 25 februari 2010.

Krachtens artikel 21 van de Regeling kan incidenteel verlof worden verleend voor het bijwonen van gebeurtenissen in de persoonlijke sfeer van de gedetineerde, waarbij zijn aanwezigheid noodzakelijk is. De in de Regeling in de artikelen 22 tot en met 31
beschreven opsomming van situaties waarbij incidenteel verlof kan worden verleend, is blijkens de toelichting bij artikel 21 van de Regeling niet limitatief bedoeld. De Penitentiaire beginselenwet staat het sluiten van een huwelijk niet in de weg.
Echter, nu de huwelijksvoltrekking ook in de inrichting kan plaatsvinden, acht de beroepscommissie het niet onredelijk of onbillijk dat de Staatssecretaris hier de voorkeur aan geeft. Dit vloeit nu eenmaal voort uit de beperkingen die bij een
detentiesituatie horen. De beroepscommissie betrekt hierbij de lengte van de in eerste instantie opgelegde vrijheidsstraf. Enkel in bijzondere omstandigheden kan gekozen worden voor een huwelijksvoltrekking buiten de inrichting. Naar het oordeel van de
beroepscommissie is dat in dit geval niet aan de orde. Gelet op het vorenstaande is de weigering aan klager incidenteel verlof toe te kennen niet onredelijk of onbillijk. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 20 oktober 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven