Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1875/GA, 15 oktober 2009, beroep
Uitspraakdatum:15-10-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/1875/GA

betreft: [klager] datum: 15 oktober 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de Unit X van de PI Tilburg,

gericht tegen een uitspraak van 2 juli 2009 van de alleensprekende beklagrechter bij voormelde unit, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 18 september 2009, gehouden in de Penitentiaire Inrichtingen Vught, zijn gehoord [...] en [...], unit-directeur respectievelijk juridisch medewerker bij de PI Tilburg. Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting
was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft een disciplinaire straf van 14 dagen opsluiting in een strafcel, wegens het saboteren van een sprinklerinstallatie op klagers cel.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De in de inrichting aanwezige sprinklers zijn gecertificeerd en door de brandweer gecontroleerd. Een dergelijke sprinkler kan niet uit zichzelf in
werking treden zonder dat er sprake is van brand of sabotage. Voldoende aannemelijk is dat hier sprake was van het moedwillig onklaar maken van de desbetreffende sprinkler. Dit had wateroverlast tot gevolg en de ontruiming van de desbetreffende
cellengang. De inrichting heeft regelmatig te maken met loos alarm. De brandweer heeft aangegeven dat dit kan leiden tot de intrekking van de gebruiksvergunning. Ook al om die reden wordt sabotage stevig aangepakt. Er is voldoende onderzoek gedaan naar
het voorval. Er is een gebogen lepeltje gevonden, waarmee de sprinkler ruw is ontwricht. Klager kwam later met het verhaal dat hij een draadje aan de sprinkler had gehangen. Later heeft klager de ware toedracht aangegeven.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 51, eerste lid onder a, jo. artikel 50, eerste lid, van de Pbw kan de directeur een gedetineerde een disciplinaire straf opleggen van opsluiting in een strafcel, indien de gedetineerde betrokken is bij feiten die onverenigbaar zijn
met de orde of de veiligheid in de inrichting. Gelet op het vijfde lid van artikel 51 van de Pbw moet de gedetineerde verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor de feiten die tot de disciplinaire straf aanleiding hebben gegeven.

Aan klager is een disciplinaire straf opgelegd in verband met het onklaar maken van de sprinklerinstallatie op zijn cel. Klager ontkent echter. Ten aanzien van de vraag of klager een verwijt kan worden gemaakt zoals bedoeld in artikel 51, vijfde lid,
van de Pbw, is het volgende van belang. Klager was ten tijde van het brandalarm alleen op zijn cel. De kans dat de sprinklerinstallatie uit zichzelf inwerking treedt is volgens de door de directeur ter zitting van de beroepscommissie overgelegde
informatie zeer klein (een kans van 1 op 14 miljoen). Uit het rapport van 13 april 2009 blijkt dat een medegedetineerde in de cel naast klagers cel getimmer en gekrab over de muren heeft gehoord. In klagers cel is verder een gebogen lepeltje
aangetroffen. Op grond van het voorgaande in onderling verband en samenhang bezien, acht de beroepscommissie het voldoende aannemelijk dat klager de sprinklerinstallatie in zijn cel onklaar heeft gemaakt.
Klager heeft voor de beklagrechter gesteld dat hij een week voor het incident heeft aangegeven dat de sprinklerinstallatie defect was. De beroepscommissie gaat hieraan voorbij, aangezien niet is kunnen blijken dat klager daarvan melding heeft gemaakt.
Het beroep van de directeur is derhalve gegrond en het beklag dient na vernietiging van de uitspraak van de beklagrechter alsnog ongegrond te worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. J.P. Balkema, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 15 oktober 2009

De voorzitter is buiten staat deze uitspraak mede te ondertekenen.

secretaris

Naar boven