Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/2370/GV, 14 oktober 2009, beroep
Uitspraakdatum:14-10-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/2370/GV

betreft: [klager] datum: 14 oktober 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 19 augustus 2009 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager is bestraft wegens vermeend cocaïne gebruik. De beklagcommissie heeft hem in het gelijk gesteld. Op 19 juli 2009 was zijn strafoverplaatsing voorbij. Eind juli 2009 is verzocht om overplaatsing. Dit
verzoek is echter niet doorgezonden. Na de omstreden urinecontrole van 15 februari 2009 heeft klager twee negatieve urinecontroles gehad. Ten aanzien van de ongeoorloofde medicatie die bij klager zou zijn aangetroffen merkt klager op dat hij meermalen
een briefje heeft ingediend met het verzoek zijn medicatie ’s avonds te verstrekken. Desondanks kreeg klager het telkenmale in de ochtend.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klagers verzoek is afgewezen, omdat hij enkele maanden voor zijn verzoek een positieve urinecontrole op harddrugs heeft gehad. Tevens is er in maart 2009 medicatie op klagers cel gevonden die hij niet in bezit mocht hebben. De combinatie van beide
incidenten is een contra-indicatie voor het verlenen van verloffaciliteiten.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van het huis van bewaring (h.v.b.) te Almelo heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag gelet op zijn terugplaatsing vanuit de zeer beperkt beveiligde inrichting op grond van harddruggebruik in combinatie met het gegeven
dat klager op 26 maart 2009 een disciplinaire straf is opgelegd wegens het opsparen van medicatie.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van vijf jaar met aftrek, wegens overtreding van de Opiumwet. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 15 februari 2010.

Klager verbleef in de zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) Niendure te Almelo. Vanwege een positieve uitslag na een urinecontrole is hij op 20 februari 2009 overgeplaatst naar het h.v.b. te Almelo. Bij uitspraak van 9 juli 2009 van de
beklagcommissie bij de z.b.b.i. Niendure is klagers beklag betreffende de disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een strafcel wegens een positieve urinecontrole gegrond verklaard. Bij uitspraak van 28 september 2009, met nummer 09/1939/GA,
van
de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Pbw, is het beroep van de directeur, gericht tegen deze uitspraak, ongegrond verklaard en is de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van gronden bevestigd.
Hiermee vervalt één van de gronden die aan de bestreden beslissing ten grondslag zijn gelegd en daarmee ook de grondslag van de bestreden beslissing, nu daarin is aangegeven dat de combinatie van de positieve urinecontrole én het aantreffen van
medicatie op klagers cel aanleiding vormden klagers verzoek om algemeen verlof af te wijzen.
Het beroep zal mitsdien gegrond worden verklaard.
Nu gebleken is dat klager sinds 7 oktober 2009 verblijft in de zeer beperkt beveiligde inrichting Doetinchem, en het alsnog verlenen van algemeen verlof niet meer aan de orde is, zal klager de na te noemen tegemoetkoming worden toegekend.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond.

Zij kent klager een tegemoetkoming toe van € 50,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 14 oktober 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven