Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/2203/GA, 12 oktober 2009, beroep
Uitspraakdatum:12-10-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/2203/GA

betreft: [klager] datum: 12 oktober 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.A.W. Knoester, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 22 juni 2009 van de beklagcommissie bij de gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap (BGG) Zoetermeer,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 14 september 2009, gehouden in de Penitentiaire Inrichtingen (P.I.) Amsterdam, zijn gehoord klagers raadsvrouw, mr. W. Mijnders, en de heer [...], unit-directeur bij de BGG Zoetermeer.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de verlenging van de op 30 maart 2009 opgelegde ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van 14 dagen wegens het meerdere malen weigeren van opdrachten van personeel om ingesloten te worden; het
niet eens zijn met de verplaatsing van een medegedetineerde; het zich samen met twee andere gedetineerden opsluiten in de recreatieruimte en het blokkeren van de toegang. Als gevolg hiervan moest de recreatieruimte ontruimd worden. Klager werd met
gepast geweld overgebracht naar de afzonderingsafdeling. Deze ordemaatregel is verder ten uitvoer gelegd op de landelijke afzonderingsafdeling (l.a.a.) van de P.I. Vught.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager is niet gehoord voorafgaande aan de verlenging van de ordemaatregel. Van een spoedeisend belang ten tijde van de uitreiking was geen sprake,
aangezien het incident waarvoor klager aanvankelijk de ordemaatregel opgelegd had gekregen twee weken eerder had plaatsgehad. Desnoods had het horen van klager rogatoir of telefonisch kunnen plaatshebben. Tevens is de verlengingsbeschikking klager te
laat uitgereikt.
De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De beslissing is klager te laat uitgereikt, evenmin is klager voorafgaand aan het opleggen van de ordemaatregel door hem gehoord. De
unit-directeur van de BGG Zoetermeer ging ervan uit dat de directie van de l.a.a. van de P.I. Vught voor één en ander zorg zou dragen.

3. De beoordeling
Op grond van het bepaalde in artikel 57 Pbw, stelt de directeur de gedetineerde in de gelegenheid te worden gehoord alvorens hij beslist over de plaatsing in afzondering. Van het horen kan worden afgezien als de vereiste spoed zich daartegen verzet.
Ingevolge artikel 58 Pbw geeft de directeur de gedetineerde van een dergelijke beslissing onverwijld schriftelijk en zoveel mogelijk in een voor hem begrijpelijke taal een met redenen omklede, gedagtekende en ondertekende mededeling. Vast staat dat
niet
is voldaan aan de hiervoor genoemde wettelijke vormvoorschriften. Van vereiste spoed waardoor van het horen had kunnen worden afgezien is niet gebleken. De directeur van de BGG Zoetermeer heeft de beslissing weliswaar tijdig naar de l.a.a.laten faxen,
maar daar is de beslissing niet meteen aan klager uitgereikt. Dit had wel dienen te geschieden en deze tekortkoming wordt de directeur van de BGG Zoetermeer aangerekend. Hierom zal het beroep gegrond worden verklaard. Klager zal de na te noemen
tegemoetkoming worden toegekend.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.

Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 50,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 12 oktober 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven