Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/2418/GV, 12 oktober 2009, beroep
Uitspraakdatum:12-10-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/2418/GV

betreft: [klager] datum: 12 oktober 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R. Zilver, namens

[...], verder te noemen klager, en een aanvullend schrijven van 2 oktober 2009,

gericht tegen een op 25 augustus 2009 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. In de bestreden beslissing wordt ten onrechte gesteld dat het door klager opgegeven verlofadres een drugspand zou betreffen, waar sprake zou zijn van veel illegale huisvesting. Het opgegeven
adres betreft de woning van klagers ex-echtgenote, die daar al jarenlang op volstrekt normale wijze woont. Daarnaast wordt aangegeven dat klager volgens het Openbaar Ministerie (OM) woonachtig zou zijn in Spanje en zich aan de tenuitvoerlegging van
zijn
detentie zou willen onttrekken. Dit is in strijd met het door het OM in klagers strafzaak ingenomen standpunt, te weten dat klager niet in Spanje woonachtig zou zijn, maar zou wonen op het door klager genoemde verlofadres zou wonen. De door de
Staatssecretaris in de beslissing genoemde redenen zijn daarom onvoldoende steekhoudend om een afwijzing van het verzoek te kunnen dragen. In het aanvullende schrijven verzoekt de raadsman om overlegging van bewijsmiddelen van de stellingen omtrent het
adres.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Het verzoek om algemeen verlof is afgewezen op de gronden die zijn vermeld in de schriftelijke mededeling van die beslissing. Verwezen wordt naar het advies van de directeur van het huis van bewaring (h.v.b.) Almere-Binnen en naar het advies van het
OM,
zoals gegeven aan de directeur van het h.v.b. Almere-Binnen.
Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van het h.v.b. Almere-Binnen heeft aangegeven dat adviezen van de politie en het OM zodanig zwaarwegend te achten dat dit aan een verlof in de weg staat.
De advocaat-generaal bij het ressortparket te Amsterdam heeft aangegeven dat klager in Nederland geen bekende woon- of verblijfplaats heeft en voor zijn detentie in het buitenland verbleef zodat vluchtgevaar aannemelijk is. Daarnaast maakte klager deel
uit van een criminele organisatie en moet voor herhaling worden gevreesd.
De wijkagent van politie Zandvoort heeft aangegeven dat negatief wordt geadviseerd ten aanzien van het door klager opgegeven verlofadres. Het hoofdbureau heeft deze informatie niet bevestigd.

3. De beoordeling
Klager is thans preventief gehecht wegens (kortweg) deelneming aan een criminele organisatie en witwassen van geld. Aansluitend dient hij nog een taakstrafvervangende hechtenis van 16 dagen uit te ondergaan. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum
valt op of omstreeks 10 november 2009.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal twee verlofaanvragen indienen.

De hiervoor onder 2 vermelde adviezen zijn onvoldoende onderbouwd om het verzoek af te wijzen. Dat geldt des temeer nu klagers (fictieve) v.i.-datum valt op 10 november 2009.
Derhalve kan de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet in stand blijven en moet het beroep gegrond worden verklaard. Aan de Staatssecretaris zal worden opgedragen om een nieuwe beslissing te nemen
binnen twee weken na ontvangst van deze uitspraak, met inachtneming van deze uitspraak.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een (financiële) tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Staatssecretaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 12 oktober 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven