Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1819/TB, 25 september 2009, beroep
Uitspraakdatum:25-09-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/1819/TB

betreft: [klager] datum: 6 oktober 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift d.d. 2 juli 2009, ingediend door mr. H. van der Linden,
namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen de beslissing van 6 januari 2009 van de Staatssecretaris van Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede zijn raadsman mr. H. van der Linden om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klager bericht dat de longstaystatus gehandhaafd blijft.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege.
Bij beschikking van 22 november 2005 is appellant geplaatst in de longstay voorziening
van de Pompestichting. Naar aanleiding van de pro justitia rapportage van het Pieter Baan Centrum (PBC) van 26 februari 2008 heeft de Pompestichting een verzoek ingediend voor een herbeoordeling van de longstaystatus. Op 5 december 2008 heeft de
Landelijke Adviescommissie Plaatsing (LAP) geadviseerd de longstaystatus niet op te heffen. Bij brief van 6 januari 2009 is klager geïnformeerd dat de longstaystatus gehandhaafd blijft.

3. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Op de zitting van het Gerechtshof Arnhem van 3 april 2009 heeft klager van de ter zitting gehoorde getuige-deskundige[...], psycholoog bij de Pompestichting, vernomen dat het ministerie van Justitie het verzoek tot opheffing van de longstaystatus heeft
afgewezen, omdat de LAP tot een negatief advies was gekomen. Met die beslissing wordt duidelijk geen rekening gehouden met de rapportage van het PBC en klager wenst zich daarover te beklagen.

Namens de Staatssecretaris is inzake het beroep het volgende standpunt naar voren gebracht.
Er is geen sprake van een besluit waartegen ex artikel 69 Bvt beroep openstaat, noch is er sprake van een situatie waarin de Staatssecretaris is gehouden een dergelijk besluit te nemen. Er is slechts een mededeling gedaan dat de huidige situatie wordt
gecontinueerd. Het beroep dient derhalve niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Indien de beroepscommissie van oordeel is dat er sprake is van een voor beroep vatbaar besluit, dan dient dit eveneens niet-ontvankelijk te worden verklaard, nu het beroep dateert van 2 juli 2009 en klager reeds op 6 januari 2009 over de handhaving van
zijn longstaystatus is geïnformeerd.

4. De beoordeling
Ingevolge artikel 69, eerste en vierde lid Bvt juncto artikel 58, vijfde lid Bvt dient het beroepschrift tegen een beslissing tot plaatsing of overplaatsing uiterlijk op de zevende dag na die van de ontvangst van het afschrift van die beslissing te
worden ingediend.
Als dag van indiening geldt de dag waarop het beroepschrift door het secretariaat van de beroepscommissie wordt ontvangen, dan wel de dag die door of namens de directeur van het hoofd van de inrichting is gestempeld op het beroepschrift of de enveloppe
waarin dit wordt verzonden.
Een na afloop van de termijn van zeven dagen ingediend beroepschrift is niettemin ontvankelijk, indien blijkt dat het beroepschrift zo spoedig is ingediend als redelijkerwijs van de indiener van het beroep kon worden verlangd.
Niet aannemelijk is geworden dat het beroepschrift zo spoedig is ingediend als redelijkerwijs van klager kon worden verlangd.
Klager heeft, gelet op het vorenstaande, niet tijdig beroep ingesteld. Klager kan om die reden niet in zijn beroep worden ontvangen.
De beroepscommissie komt derhalve niet toe aan de vraag of een dergelijke beslissing onder de reikwijdte van de beroepsmogelijkheden van artikel 69, eerste lid, Bvt valt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr. S.L. Donker en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 6 oktober 2009.
secretaris voorzitter

Naar boven