Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/2056/JM, 6 oktober 2009, beroep
Uitspraakdatum:06-10-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/2056/JM

betreft: [klager] datum: 6 oktober 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 57 van het Reglement justitiële jeugdinrichtingen (Rjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) De Hartelborgt te Spijkenisse ,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 9 juli 2009 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 29 september 2009, gehouden in de j.j.i. De Heuvelrug, locatie Eikenstein te Zeist, is klager gehoord, bijgestaan door zijn raadvrouw mr. M.B. Braanker. De inrichtingsarts verbonden aan de j.j.i. De Hartelborgt
heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 24 december 2008, betreft het niet adequaat behandelen van klagers hand nadat hij deze na het stukslaan van een glazen pot verwond had.

2. De ontvankelijkheid
Ingevolge artikel 56, eerste lid, van het Rjj, dient het verzoek aan de Medisch Adviseur bij het ministerie van Justitie uiterlijk op de veertiende dag na die waarop het medisch handelen waartegen de klacht zich richt heeft plaatsgevonden te worden
ingediend.
De klacht ziet blijkens klagers verzoek om bemiddeling op behandeling door de inrichtingsarts op 13 december 2008, nadat op 23 december 2008 gebleken was dat er nog glas in zijn hand zat en er daardoor zenuwen beschadigd waren. Het verzoekschrift is
gedateerd op 24 december 2008 en op 24 februari 2009 op het secretariaat van de commissie van toezicht ontvangen. Desgevraagd heeft klager geen aannemelijke verklaring voor het ruimschoots overschrijden van eerder genoemde termijn gegeven. Gelet op het
vorenstaande heeft klager niet tijdig een verzoek om bemiddeling ingediend en kan hij niet in zijn klacht worden ontvangen.

3. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn klacht.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. B.J. de Jong, voorzitter,
drs. L.E.M. Kleipool en dr. ing. C.J. Ruissen, leden, bijgestaan door mr. I. Lispet, secretaris,
op 6 oktober 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven