Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/2339/GV, 28 september 2009, beroep
Uitspraakdatum:28-09-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/2339/GV

betreft: [klager] datum: 28 september 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 17 augustus 2009 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager en zijn raadsman mr. L.G.U. Compri om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager heeft de beslissing van de selectiefunctionaris op 20 augustus 2009 ontvangen. Hij is al heel lang niet met de politie in aanraking geweest. Alleen heeft zijn ex met hulp van mensen uit
de
straat aangifte gedaan bij de politie met betrekking tot dingen die niet kloppen. Klager had veel ruzie met zijn ex en heeft haar wel eens een klap verkocht, maar niet op de manier die zij beweert. Hij is onschuldig gedetineerd. Zijn ex heeft hem
geestelijk mishandeld.
Voordat hij werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden was hij bezig met een tweejarige opleiding als timmerman met baangarantie.
Hij heeft een lang strafblad, omdat hij op jonge leeftijd is weggelopen van huis vanwege problemen met zijn vader. Als zwervende onwetende kleine jongen kwam hij terecht bij oudere verkeerde jongens die diepgeworteld waren in het criminele leven. Hij
is
weggelopen uit de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) omdat hij bedreigd werd door een paar Turkse jongens die daar ook zaten. Als hij zijn straf had willen ontlopen, was hij al bij zijn eerste regimaire verlof weggebleven.
Klager heeft reeds geruime tijd een goede vriendin die hem in goede en slechte tijden bijstaat. De kans op recidive is derhalve veel geringer dan door de selectiefunctionaris wordt verondersteld. Het enige recente feit is het aantreffen van een
traangasflesje in de woning van zijn vriendin, waarvan klager heeft verklaard dat het van hem was.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is eerder niet teruggekeerd van regimair verlof vanuit de b.b.i. te Tilburg. Hij is daarna meer dan een jaar voortvluchtig geweest.
Het openbaar ministerie heeft negatief geadviseerd ter zake van verlofverlening omdat klager eerder met betrekking tot verlof onbetrouwbaar is gebleken. Het verzoek is afgewezen omdat klager tijdens de huidige detentie niet is teruggekeerd van een
regimair verlof. Daarbij komt dat klagers strafrechtelijke documentatie lang is, waaruit volgt dat het recidiverisico hoog is. Er is onvoldoende vertrouwen in een goed verloop van het verlof.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de penitentiaire inrichting Ter Apel heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag, maar dit advies niet gemotiveerd.
De advocaat-generaal heeft negatief geadviseerd ter zake van verlofverlening in verband met eerder onbetrouwbaar gedrag. Vluchtgevaar wordt aanwezig geacht.
De politie Nijmegen heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het door klager opgegeven verlofadres.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van 24 maanden met aftrek, wegens mishandeling, (gekwalificeerde) diefstal en verkrachting. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 17 december 2009. Aansluitend dient hij eventueel een
subsidiaire hechtenis van negen dagen en zeven dagen gijzeling op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften te ondergaan.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers tweede verlofaanvraag.

Klager heeft zich op 28 december 2007 onttrokken aan detentie tot 9 maart 2009. Een dergelijke langdurige en recente onttrekking aan detentie vormt een forse contra-indicatie voor verlofverlening en rechtvaardigt een afwijzing van klagers
verlofaanvraag. Derhalve kan de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4 onder a. en d. van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting,
niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 28 september 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven