nummer: 09/1937/GA
betreft: [klager] datum: 17 september 2009
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
de directeur van het huis van bewaring (h.v.b.) Arnhem, locatie De Berg,
gericht tegen een uitspraak van 28 april 2009 van de beklagcommissie bij voormeld h.v.b., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 31 augustus 2009, gehouden in de locatie Ooyerhoek te Zutphen, is gehoord [...], unit-directeur bij locatie De Berg. Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze was opgeroepen, is
hij niet ter zitting verschenen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de duur die klager tengevolge van arbeidsongeschiktheid op cel moet verblijven door de onevenwichtige verdeling van de uren van het dagprogramma.
De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van de directeur en klager
De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De beklagcommissie heeft in haar uitspraak terecht overwogen dat het dagprogramma van het h.v.b. Arnhem, locatie De Berg, 22 1⁄2 uren aan activiteiten en bezoek beslaat en daarmee dus (ruimschoots) voldoet aan het in artikel 3 van de Penitentiaire
maatregel (Pm) neergelegde wettelijk minimum van 18 uren. De beklagcommissie heeft klagers beklag niettemin gegrond verklaard, omdat de uren aan activiteiten en bezoek niet evenwichtig zijn verdeeld over de week.
Het klopt dat klager, evenals de andere gedetineerden die in dezelfde sectie verblijven, op één moment in de week gedurende (ruim) 25 1⁄2 uur achter elkaar op cel verblijft. Dat is van woensdag op donderdag en heeft niets van doen met klagers
arbeidsongeschiktheid. Klager wordt op woensdag om 11.45 uur ingesloten en op donderdag wordt gestart met het uitsluiten om 13.30 uur en uiterlijk 13.45 uur is klager dan uitgesloten. Dit hangt samen met de roosters zoals die zijn samengesteld. Er
wordt
gewerkt met zogenoemde spiegelingen. Is één sectie van een afdeling naar een activiteit dan verblijft de andere sectie op cel en omgekeerd. Op beide dagen, zowel op woensdag als op donderdag, komt klager, evenals de andere gedetineerden die in dezelfde
sectie verblijven, wel gewoon voor luchten en activiteiten in aanmerking.
In de penitentiaire regelgeving is niet bepaald dat een directeur verplicht is om de activiteiten evenwichtig verdeeld over de week aan te bieden. De uitspraak van de beklagcommissie geeft overigens alleen aan wat een onevenwichtige verdeling zou zijn,
namelijk 25 1⁄2 uur achter elkaar op cel, maar geeft niet aan wanneer wel sprake zou zijn van een evenwichtige verdeling.
Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
Voorop staat dat niet aannemelijk is dat klager vanwege zijn arbeidsongeschiktheid een ander dagprogramma is geboden dan zijn medegedtineerden.
Het in het h.v.b. Arnhem, locatie De Berg, aangeboden dagprogramma voldoet aan de daaraan in artikel 3, derde lid, van de Pm gestelde eisen. Bij de nadere invulling van het dagprogramma komt de directeur beleidsvrijheid toe, zij het dat die vrijheid
grenzen kent in eisen die behoorlijk bestuur bij een fatsoenlijke bejegening van gedetineerden met zich brengen. Op zich zelf zal onevenredigheid bij de verdeling van activiteiten over de week nog geen reden zijn om aan te nemen dat aan voormelde eisen
niet is voldaan. Niet valt in te zien dat bij de verdeling van de uren over de week geen verschillen per dag toelaatbaar zijn, bijvoorbeeld in verband met bedrijfsvoering en/of personeelsbeheer. De periode tussen woensdag 11.45 uur en donderdag
(uiterlijk) 13.45 uur is weliswaar lang, maar nu klager zowel op woensdag als op donderdag in aanmerking komt voor luchten en andere activiteiten, is de verdeling niet alleen niet in strijd met de wet, maar bij afweging van de in aanmerking komende
belangen evenmin onredelijk of onbillijk te achten.
Tegen de achtergrond van het vorenstaande komt de beroepscommissie tot het oordeel dat het beroep van de directeur gegrond moet worden verklaard, de uitspraak van de beklagcommissie moet worden vernietigd en klagers beklag alsnog ongegrond moet worden
verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, L. Diepenhorst MPA en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.N.E. Plooij, secretaris, op 17 september 2009
secretaris voorzitter