Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1073/GA, 24 juli 2009, beroep
Uitspraakdatum:24-07-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/1073/GA

betreft: [klager] datum: 24 juli 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. A.J. van der Velden, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 16 april 2009 van de alleensprekende beklagrechter bij de Gevangenis Nieuwegein

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Klager, zijn raadsvrouw voornoemd en de directeur hebben geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord ter zitting van de beroepscommissie van 15 juni 2009, gehouden in de locatie Ooyerhoek te Zutphen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de inbeslagname van een VCD-speler na een celinspectie en een disciplinaire straf van een dag opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel zonder televisie vanwege het in bezit hebben van in de huisregels verboden
apparatuur en beelddragers.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt schriftelijk toegelicht.
Klager is het niet eens met het feit dat zijn VCD-speler in beslag is genomen op 12 maart 2009 tijdens een celinspectie. De inbeslagname is in strijd met de huisregels. Tevens heeft klager geklaagd over het feit dat naar aanleiding van deze
inbeslagname
aan hem een disciplinaire straf is opgelegd. Het beklag is ongegrond verklaard door de beklagrechter. Klager kan zich niet vinden in de overwegingen van de beklagrechter.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Met betrekking tot de inbeslagname van de VCD-speler kan hetgeen in beroep is aangevoerd - voor zover dat is komen vast te staan - naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter.
Het beroep zal derhalve ten aanzien van dit onderdeel van de klacht ongegrond worden verklaard.

Met betrekking tot de opgelegde disciplinaire straf overweegt de beroepscommissie het volgende. Uit de onderliggende stukken komt naar voren dat klager de VCD-speler al maanden in zijn bezit had. Het apparaat is ingevoerd via het bad waar het is
gecontroleerd en afgegeven aan klager. Er hebben al eerder celinspecties plaatsgevonden en niet gebleken is dat over de aanwezigheid van het apparaat op de cel van klager enige opmerking is gemaakt. Een en ander is niet weersproken door de directeur.
Klager kon dus in de veronderstelling verkeren dat de aanwezigheid van het apparaat werd gedoogd. Onder deze omstandigheden is de beroepscommissie van oordeel dat de directeur had kunnen volstaan met de inbeslagname van de VCD-speler en moet de
oplegging van de disciplinaire straf bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ten aanzien van dit onderdeel gegrond worden verklaard, de uitspraak van de beklagrechter
zal in zoverre worden vernietigd en het beklag zal in zoverre alsnog gegrond worden verklaard. Voor het door klager ondergane ongemak zal een tegemoetkoming van € 7,50 worden toegekend.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep voor zover dit betrekking heeft op de inbeslagname van de VCD-speler ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.
Zij verklaart het beroep met betrekking tot de disciplinaire straf gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag in zoverre alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 7,50.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J. Lamens en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S. Jousma, secretaris, op 24 juli 2009

secretaris voorzitter

Naar boven